De kennis van achtste-groepers over een zestal tijdvakken van prehistorie tot 20e eeuw valt nog steeds tegen. Dit blijkt uit peilingsonderzoek van Cito, uitgevoerd in 2008. De resultaten blijven achter bij wat experts een gewenst niveau vinden. Bij de tijdvakken Oudheid en Middeleeuwen constateert Cito zelfs een lichte terugval in prestaties vergeleken met peilingsjaar 2000. Wel kunnen leerlingen door de introductie van de nieuwe tijdvakindeling vaker historische gebeurtenissen correct in de tijd plaatsen.
Het onderzoek toont aan dat te weinig leerlingen het gewenste
niveau van voldoende halen. Een niveau dat 70 tot 75% van de
leerlingen aan het einde van de bassischool zou moeten bereiken.
Bij het onderwerp Middeleeuwen (Tijd van monniken en ridders, Tijd
van steden en staten) weet bijvoorbeeld de helft van de leerlingen
niet het juiste antwoord te geven op de vraag welke ziekte in die
tijd berucht was: de pest.
Nieuwe tijdvakindeling
Sinds de peiling in 2000 is er een nieuwe tijdvakindeling
geïntroduceerd. Voor het onderzoek maakte Cito een tijdbalk waarop
de nieuwe tijdvakindeling is afgebeeld. Met de nieuwe tijdbalk
kunnen leerlingen vaker feiten en ontwikkelingen correct in de tijd
plaatsen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de associatieve
benamingen van de verschillende tijdvakken (jagers en boeren tot
televisie en computer), vergeleken met de schaarse en meer
abstracte benamingen op de traditionele tijdbalk (prehistorie tot
nieuwste tijd). Voor het onderzoek zijn alleen opgaven gebruikt die
zowel in de oude als de nieuwe tijdvakindeling relevant zijn.
Hierdoor zijn de resultaten van de peiling in 2008 vergelijkbaar
met die van 2000.
Canon van Nederland
Daarnaast is in 2007 de Canon van Nederland gepresenteerd
met vijftig vensters die belangrijke momenten uit de vaderlandse
geschiedenis meer naar voren halen. De peiling in 2008 bevatte een
aparte toets met 26 opgaven over de geschiedeniscanon. De
gemiddelde leerling beheerste de helft van deze opgaven
onvoldoende. Deze leerlingen wisten bijvoorbeeld wel dat de Anne
Frank Stichting zich richt op het voorkomen van discriminatie en
onderdrukking, maar bijna niet wanneer Willem van Oranje
leefde.
De canon van Nederland was op het moment van peiling nog niet
officieel ingevoerd. Het CITO-onderzoek is wat de canon betreft dus
als een nul-meting te beschouwen. Pas sinds 1 augustus 2010
staat de canon in de kerndoelen van basis- en voortgezet
onderwijs.