IJstijd
De keien komen in de ijstijden met het ijs mee uit Scandinavië. Na het smelten van het ijs, blijven de hier keien achter.
Keiendorp Buinen
De keien komen door de eeuwen heen goed van pas: je kunt ze gebruiken voor een hunebed, fundering, dijk of grenssteen. Na de aanleg van het Stadskanaal (1882) komt de keienhandel goed op gang. Vanuit de haven van Buinen vertrekken volle schepen overal heen. Er is veel vraag naar keien om zandwegen mee te verharden.
Keienkloppers
Sommige keien zijn zo groot, dat keienkloppers ze met een hamer in kleinere stukken moeten kloppen. Dat is gevaarlijk werk. Wie niet uitkijkt, slaat hard op z’n vingers. Sommige keienkloppers raken zelfs vingers kwijt. Rond 1900 komt er een einde aan de keienhandel. Er worden andere materialen gebruikt om wegen en dijken aan te leggen.