-
Minister Marga Klompé
Dit is Marga Klompé (1912-1986). Zij zit achter haar bureau in haar werkkamer. Vanaf 1948 is Marga Tweede Kamerlid namens de Katholieke Volkspartij. In 1956 wordt zij de eerste vrouwelijke minister van Nederland.
Eerst maakt zij als minister van Maatschappelijk Werk deel uit van het kabinet IV van Willem Drees, daarna van zijn opvolgers. Marga Klompé wordt de motor achter de ontwikkeling van de Nederlandse ‘verzorgingsstaat’, onder andere met de invoering van de ‘Algemene Bijstandswet’.
-
Marga's jeugd
In 1912 wordt Marga Klompé geboren in Arnhem, in een katholiek gezin van vijf kinderen. Vanaf het moment dat het familiebedrijf in de crisisjaren (de jaren ’30) failliet gaat en Marga’s vader ernstig ziek wordt, heeft de familie Klompé vrijwel geen inkomen meer. Dit maakt hen afhankelijk van de financiële hulp van familieleden. Marga weet dus uit haar eigen jeugd wat armoede is.
-
Marga's studie
Marga kan haar studie scheikunde aan de Universiteit Utrecht betalen omdat zij op verschillende katholieke scholen als scheikundelerares gaat werken. Hoewel het lesgeven uit financiële nood geboren is, geniet zij ervan. In 1941 sluit zij haar universitaire periode succesvol af met een promotieonderzoek, waarmee zij de academische graad van 'doctor' behaalt.
-
-
'Alleen een poederdoos'
Direct na de Tweede Wereldoorlog wordt Marga Klompé politiek actief. Hierbij helpt het enorm dat zij in het verzet en bij de VVAO, de vereniging van hoger opgeleide vrouwen, een groot netwerk heeft opgebouwd. In 1948 wordt zij als lid van de Katholieke Volkspartij gekozen in de Tweede Kamer, vanwege haar deskundigheid met betrekking tot buitenlandse zaken.
Acht jaar later, in 1956, wordt Marga Klompé op 44-jarige leeftijd de eerste vrouwelijke minister in de Nederlandse geschiedenis. De vele aandacht van journalisten voor haar benoeming tot minister vindt zij overdreven, zo blijkt:
‘Het enige verschil is dat er nu een poederdoos in de ministerkast ligt.’
-
Het dagboek
'Beëdiging in de Tweede Kamer. Dit moment zal mij bijblijven. Hoop dat God mij de kracht geeft om mijzelf te blijven en in deze sfeer iets uit te dragen van de Liefde en de Rechtvaardigheid.' - Marga Klompé, 12 augustus 1948, de eerste zinnen uit haar dagboek.
Marga Klompé houdt in het eerste jaar in de Tweede Kamer een dagboek bij. Het geeft een inkijkje in haar leven. Het dagboek laat zien op welke manier zij haar leven op een zinvolle manier wil vormgeven en een bijdrage wil leveren aan de opbouw van de Nederlandse samenleving.
-
Beruchte telefoontjes
Marga Klompé is als politica zeer gedreven en zij werkt dag en nacht. Aan vijf uur slaap heeft Marga genoeg. Van andere politici verwacht zij dezelfde inzet. Berucht zijn haar telefoontjes ’s avonds laat. Het was mogelijk dat je rond middernacht door ‘Juffrouw Klompé’ werd gebeld, want ‘je bent toch nog niet naar bed’. Zij verwachtte op dat tijdstip nog wel even wat zaken te kunnen bespreken.
-
Marga Klompé en de Katholieke Volkspartij
De Katholieke Volkspartij (KVP) wordt in 1945 opgericht. De eerste partijleider is Carl Romme. In de eerste jaren na de oorlog kunnen getrouwde vrouwen geen Kamerlidmaatschap krijgen voor de KVP. Marga Klompé is nooit getrouwd, waardoor zij wél als lid van de KVP plaats mag nemen in de Tweede Kamer.
Marga valt op door haar strategisch inzicht, dossierkennis en enorme energie. In 1956 wordt Marga Klompé door partijleider Carl Romme naar voren geschoven als minister van Maatschappelijk Werk in kabinet-Drees IV. Romme kan deze ministerpost zelf vullen, maar hij weigert dit uit principe. De partijleider was altijd voor een beroepsverbod voor alle gehuwde vrouwen geweest. Hij kan het niet accepteren deel te nemen aan een kabinet, dat gehuwde vrouwen geen arbeidsbeperkingen meer wil opleggen.
-
-
De verzorgingsstaat
In een verzorgingsstaat zorgen mensen voor elkaar. De gedachte is dat elke Nederlander een inkomen moet hebben, ook al is deze persoon ziek, werkloos of arm.
In de kabinetten-Drees (1948-1958) komen een aantal belangrijke wetten tot stand, waardoor de Nederlandse verzorgingsstaat zich ontwikkelt. Het bekendste voorbeeld is de ‘Algemene Ouderdomswet’ in 1956. Iedereen vanaf 65 jaar krijgt een ouderdomsuitkering.
Veel uitbreidingen van de verzorgingsstaat krijgen in Nederland pas in de jaren zestig vorm, onder meer door minister Marga Klompé. Daarbij heeft de Nederlandse overheid, vanwege een toegenomen welvaart, meer geld te besteden. De ontwikkeling van Nederland tot een verzorgingsstaat is later dan in de meeste andere West-Europese landen.
-
Corry Tendeloo
Mede dankzij de inzet van Tweede Kamerlid Corry Tendeloo wordt ‘de regel van handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw’ in 1956 afgeschaft. Getrouwde vrouwen zouden voortaan zonder toestemming van hun man mogen beslissen over geldzaken, werk en opvoeding van de kinderen.
Marga Klompé stemt voor de afschaffing van deze regel; zij staat altijd voor gelijke rechten.
-
'Open het Dorp'
Deze sleutel staat symbool voor 'Open het Dorp', de eerste nationale geldinzamelactie op televisie. De bekende presentatrice Mies Bouwman presenteert op 26 en 27 november 1962 de 24 uur durende televisie-uitzending. Politica Marga Klompé is aanwezig en betrokken bij de actie.
De geldinzamelactie is een groot succes. Uiteindelijk wordt meer dan 20.000.000 gulden opgehaald. Daarmee wordt Het Dorp gebouwd, de eerste woongemeenschap in Nederland voor mensen met een beperking.
-
De eerste vrouwelijke minister-president?
Na een aantal jaar minister te zijn geweest in de kabinetten Drees IV, Beel en De Quay kan Marga Klompé in 1967 de eerste vrouwelijke minister-president worden. Zij laat deze kans aan haar voorbijgaan. Zij heeft naar eigen zeggen te weinig verstand van de economie, een belangrijk politiek onderwerp. Daarbij is de tijd ‘nog niet rijp’ voor een vrouwelijke minister-president, zo denkt zij. Volgens haar zouden mensen niet kunnen wennen aan de gedachte dat een vrouw aan het hoofd van de regering staat.
Marga Klompé maakt nog deel uit van de kabinetten Zijlstra en De Jong, voordat zij zich na bijna twaalf jaar ministerschap in 1971 terugtrekt uit de Nederlandse politiek. Zij ontvangt de eretitel ‘minister van staat’, omdat zij onder andere met de invoering van de ‘Algemene Bijstandswet’ het leven van veel Nederlanders makkelijker heeft gemaakt.
-
De jaren '60 en '70
In de jaren ’60 en ’70, wanneer Marga Klompé politica is, gaat een jongere generatie nadenken over bestaande machtsverhoudingen: ‘Wat geeft de overheid het recht om over mij te beslissen?’ Zij accepteren het gezag niet zomaar, voeren actie voor vrijheid van onderdrukte minderheden en zetten zich in voor een beter milieu. Tijdens deze ‘protestjaren’ treedt Marga Klompé begripvol op tegenover de activisten, die snelle veranderingen willen in de samenleving.
Een actiegroep die snelle veranderingen wil, is 'Dolle Mina'. De groep wordt opgericht omdat in de praktijk weinig te zien is van de gelijkheid op papier tussen mannen en vrouwen. De Dolle Mina's strijden onder andere voor het recht van vrouwen zelf te beslissen over hun zwangerschap. ‘Baas in eigen buik!’ is een leus die veel wordt gebruikt.
De betrokkenheid van Marga Klompé blijkt bijvoorbeeld uit haar deelname aan een massale demonstratie op 7 januari 1973 in Utrecht. Mensen demonstreren tegen de gruwelijke gebeurtenissen in de Vietnamoorlog (1955-1975). ‘Niets maar dan ook niets rechtvaardigt dat er opnieuw een bruut geweld in Vietnam is losgebarsten’, zo zegt Marga Klompé.