In de jaren zestig en zeventig bloeit de economie als nooit tevoren. Industrieën en woonwijken worden uit de grond gestampt, de verkeersdrukte neemt toe en ook Vleuten-De Meern gaat mee in de vaart der volkeren. Verschillende bedrijven groeien uit van een klein ambachtelijk bedrijfje tot grotere bedrijven waarvan de activiteiten tot buiten de gemeentegrenzen uitgroeien. Voorbeelden zijn houthandel E.J. van Dijk, transportbedrijf H.J. Goes en Zonen, wegenbouwbedrijf van J. de Rooij en het aannemersbedrijf van G.W. Geelen.
Om groei van deze en nieuwe bedrijven buiten de bebouwde kom te stimuleren, wordt in de tweede helft van de jaren vijftig het bedrijfsterrein Strijkviertel ontwikkeld. Dit bedrijventerrein dankt zijn naam aan de weg die hier al in de zeventiende eeuw ligt.
Tussen de Rijksstraatweg en de Strijkviertelplas strijken verschillende bedrijven neer. Het industriegebied ligt centraal in het land vlakbij een kruispunt van twee rijkswegen. Bedrijven die zich hier vestigen zijn onder andere Hollandia Karts, Fako fietslampenfabriek, de transportbedrijven Van Dijk, Van der Tol, Goes, Van Seumeren (Mammoet), orgelfabriek De Kof, timmerfabriek Brandhof, Wasserij Van der Kleij en ’s werelds grootste producent van katalysatoren Engelhard.
Tegenwoordig heet industriegebied Bedrijventerrein Oudenrijn, omdat deze naam beter aansluit bij de geschiedenis van de omgeving en direct verwijst naar het gelijknamige verkeersknooppunt.