De Drentsche Aa is het stroomgebied van de Aan en zijn bronriviertjes. Een groot gedeelte van dit gebied ligt in de gemeente Tynaarlo. Het is eigenlijk een waaier van beekjes en stroompjes die uiteindelijk in één beek samenvloeien. Wanneer je de beekjes op de kaart bekijkt vormt deze een driehoek. Op de kaart worden de beekjes vergeleken met de letter A. Vandaar de naam Drentsche Aa. Het gebied rondom de Drentsche Aa is het best bewaarde laagland beekdallandschap van West Europa. In Tynaarlo licht één van de drie toegangspoorten tot het gebied.
IJstijd
Het gebied van de Drentsche Aa is ontstaan tijdens de ijstijd. De beekjes stroomden door dalen die eruit zien als rivieruiterwaarden. Eigenlijk zijn deze dalen grote erosiegeulen. Zij ontstonden bij de afvoer van massa's smeltwater na de derde ijstijd, het saalien. Hoewel het gebied geen rotsbodem heeft, is het toch een steenrijk stukje Nederland. Deze stenen komen ook uit de ijstijd en werden gebruikt om hunebedden mee te bouwen.
Jagers en boeren
In het gebied van de Drentsche Aa gaan mens en natuur al eeuwenlang hand in hand. De jagers en boeren uit de prehistorie troffen hier een uitstekende plek aan om te wonen en te werken. Maar ook om hun doden te begraven. Daarom tref je hier nog veel hunebedden, grafheuvels en Celtic fields. Celtic fields zijn akkertjes uit de ijzertijd. Deze akkertje zijn vrij klein, 35 bij 50 meter. Om de akkertjes heen ligt een wal van grond.
Kronkelend
Bijzonder aan de Drentsche Aa is hoe hij kronkelend zijn weg zoekt door het landschap. In de vorige eeuw werden beekjes altijd rechtgetrokken voor een snellere waterafvoer. Maar de Drentsche Aa mocht altijd rustig kronkelend haar weg door het landschap blijven zoeken. Al eeuwenlang loopt het beekje op deze manier door het landschap. De vele beekjes en stroompjes van de Drentsche Aa mogen vrij meanderen.
Esdorpenlandschap
Het gebied van de Drentsche Aa is een esdorpenlandschap. Dankzij de Drentsche Aa is dit gebied goed intact gebleven. Omdat de Drentsche Aa niet werd rechtgetrokken bleef het oude, kleinschalige landschap behouden. Kenmerkend voor een esdorpenlandschap zijn de groepjes boerderijen rondom de brink, de akkers op de hoge essen, de hooilanden en weilanden in de beekdalen en de houtwallen langs de essen. Dit klassieke beeld is mooi te zien in Taarlo. Op de hoogste gronden bij het dorp liggen de akkergronden: de essen. Langs de beek, op de laagste gronden, zijn de hooilanden te vinden.
Nationaal Landschap en Nationaal Park
Eeuwenlang dachten de mensen dat ruimte, water en de natuurlijke hulpbronnen onuitputtelijk waren. Doordat de wereldbevolking bleef groeien, werd er ook steeds meer natuur in gebruik genomen. Mensen gingen bossen kappen om deze te gebruiken als landbouwgrond. In de overgebleven bossen gingen de mensen jagen. De omvang van de bossen werd steeds kleiner.
Om de natuurgebieden te beschermen koos Nederland ervoor om nationale parken uit te roepen. Het gehele gebied van de Drentsche Aa is een Nationaal Landschap. Het centrale gedeelte is een Nationaal Park. Het gebied van de Drentsche Aa is het enige gebied in Nederland met deze dubbele status. Dat geeft wel aan hoe bijzonder dit gebied is. In een Nationaal Park zijn wonen en werken ondergeschikt aan de natuur. Hiervan was geen sprake in het gehele gebied van de Drentsche Aa. Want dit gebied bestaat uit meer dan de helft uit landbouwgrond. En ook heeft wonen hier een duidelijke functie. Daarom werd dit gebied het Nationaal beek- en esdorpen landschap De Drentsche Aa genoemd.
Toerisme
Rondom de Drentsche Aa is veel toerisme. Dit vanwege het prachtige landschap, de bijzondere natuur langs de beek en de rust en ruimte van het boerenland. Jaarlijks bezoeken 1 miljoen mensen dit gebied. Er zijn fiets-, wandel-, en huifkarroutes.
Het Nationaal Park Drentsche Aa is een paradijs voor wandelaars. Als je hier op een mooie lenteochtend gaat wandelen, krijg je een indrukwekkend vogelkoor te horen. In dit gebied leven een paar bijzondere vogelsoorten, zoals de Watersnip. Deze vogel maakt een heel bijzonder geluidje. Het klinkt als het gemekker van een geit.