Handjeklap
Veel dorpen en steden kennen een jaarmarkt. In Zuidlaren kennen we de Zuidlaardermarkt, dit is tegenwoordig Europa's grootste paardenmarkt. In juni is er in Eelde de Eelder jaarmarkt. In Vries is er op de zaterdag na de Zuidlaardenmarkt ook een jaarmarkt. Vroeger kwamen veel boeren op deze markten samen om vee te verhandelen. Ze liepen dan met dikke stapels flappen in hun portefeuille rond op de markt. Via handjeklap werd het vee verhandeld. Één boer noemde dan een prijs. Als de andere boer het oneens was met de prijs, gaf hij een klap op de hand van de andere boer. Pas als een boer het eens was met de prijs, gaf hij de andere boer een hand.
Derde dinsdag in oktober
Drenthe werd ook wel een Boerenrepubliek genoemd. Dit omdat de regionale adel lang niet zoveel macht had als in de naastliggende provincies. In de dorpen was de macht in handen van de eigenerfde boeren. Zij kwamen bij elkaar op de markten, waaronder de Zuidlaardermarkt. Deze markt werd al voor het jaar 1200 gehouden. Vanaf 1701 werd de markt georganiseerd op de derde dinsdag van oktober. Volgens een oud Drents gebruik mocht vanaf die dag de kachel weer aangestoken worden. Want vanaf die dag waren de meeste werkzaamheden op het land voltooid.
De paardenmarkt
Al snel werden er behalve paarden ook koeien, schapen en ander kleinvee op de markt verhandeld. Later kwamen daar nog goederen zoals gereedschappen, kleding en etenswaren bij. De mensen keken uit naar deze jaarmarkt. Daar hoorden zij het laatste nieuws, troffen bekenden en vonden er de nieuwste modesnufjes. De jaarmarkt groeide uit tot een groot dorpsfeest. Zelfs buitenlandse kooplieden kwamen erop af. De Zuidlaardermarkt bestaat nog steeds. Tegenwoordig worden er geen koeien en schapen meer verkocht op de markt. Paarden nog wel. De jaarlijkse aanvoer ligt boven de 2000 paarden. Ook worden er nu veel goederen te koop aangeboden. Een feesttent en de kermis zijn belangrijke onderdelen van de jaarmarkt geworden.
Verzamelwoede
Wanneer de herfst begon en de eerste bladeren van de bomen waren gevallen, begon de jeugd van Zuidlaren bezeten te raken van een verzamelwoede. De kinderen verzamelden zo veel mogelijk eikeltjes. Dit was goed voer voor de varkens en boeren waren bereid hier goed voor te betalen. Vooral in oorlogstijden. Als het 's nachts had gewaaid, stonden de kinderen voor dag en dauw op om de eikeltjes op te rapen. Het verzamelen van eikeltjes was voor de jeugd de voornaamste bezigheid in de weken voor de Zuidlaardenmarkt.
Koppelzondag
De zondag voorafgaand aan de Zuidlaardenmarkt werd 'koppelzondag' genoemd. Op deze dag maakten de jongeren hun afspraakjes en werden de bloemetjes buiten gezet. Dit was het grootste feest voor de jongeren.
De veestroom
In de nacht voor de Zuidlaardermarkt was er constant verkeer op de toegangswegen. Vooral na 4 uur 's ochtend begon het druk te worden. Boeren reden stapvoets met paard en wagen richting de markt. Achter hen liep de knecht, met twee fraai geborstelde en versierde paarden aan de lijn. Daar tussendoor liepen boeren met een enkele koeien achter zich aan. Tussen 6 en 7 uur 's morgens bereikte deze veestroom een hoogtepunt. Een uur later, om 8 uur, was het stil op de wegen. Want de boeren moesten voor 7 uur met hun vee aanwezig zijn op de markt. Om 12 uur 's middags kwam de veestroom voor de terugreis op gang.
Kermis heden en verleden
Vanouds is de jaarmarkt voor alle dorpskinderen een feestelijke gebeurtenis. De kinderen waren vrij van school en het hele dorp stond op zijn kop. In de week voor de jaarmarkt arriveerden de kermiswagens. Nu zijn dat grote vrachtwagens met aanhangers waarin de onderdelen van de kermisattracties zitten.
Maar rond 1900 waren er nog geen auto's. In de Zuidlaardervaart kwamen schepen aan met de oliebollenkraam, de schiettent, de kop van jut, de fietsmolen, de viskraam en de zweefmolen. Op handkarren werden de onderdelen van de kramen naar de brink gebracht.