Anekdotes

Bevrijdingsactie door de Gideonsbende

Op 11 december 1944 pleegden twaalf leden van de Knokploeg Noord-Drenthe (11 mannen en 1 vrouw) een overval op het Huis van Bewaring, een gevangenis in Assen. Ze bevrijdden 31 verzetsstrijders die door de Duitsers gevangen genomen waren en doodgeschoten zouden worden. Bij de overval waren ook mannen uit Zuidlaren betrokken.

De Knokploeg hield zich vooral bezig met de opvang en verspreiding van wapens die uit vliegtuigen werden gedropt en het helpen van onderduikers en piloten. In oktober en november 1944 werden veel verzetsmensen betrapt bij het vervoeren en verbergen van de wapens. In het huis van bewaring werden ze gemarteld en in elkaar geslagen. Ook Jan Veldman uit Zuidlaren zat hier gevangen. Jan kwam uit Zuidlaren en zat samen met zijn 3 broers bij het verzet. Zijn oudere broer Jan Niklaas was al eerder opgepakt en doodgeschoten en Jan wachtte nu hetzelfde lot.

De mannen van de knokploeg wilden iets doen voor hun vrienden. Ook Catharinus en Gé Veldman, de broers van Jan. Ze vroegen zich af wat ze konden doen. Begin december 1944 vertelde hulpbewaker Henk Geerts dat er een lek zat in de beveiliging van de gevangenis. De Duitse bewaking vertrok om zeven uur 's morgens. De volgende Duitse bewakers namen het pas rond 7.50 uur over. Op het moment dat er geen Duitse bewakers waren, zou de gevangenis worden overvallen.

Om 7.25 uur klopte een Nederlandse bewaker op de deur van de gevangenis. Op het moment dat de deur open ging, drongen de overvallers naar binnen. De gevangenen werden naar vrachtauto's met verzetsmensen gebracht. De verzetsmensen, waaronder Catharinus en Gé, waren verkleed in Duitse uniformen. Om 7.45 uur reden de vrachtwagens met de bevrijde gevangenen alweer weg. De hele operatie duurde amper 14 minuten. Maar goed ook want drie minuten later stonden de Duitsers al weer voor de deur.

Jan Veldman werd door zijn broers bevrijd, net als de burgemeester van Zuidlaren en 29 andere mensen. Jan, Catharinus en Gé hebben tot het eind van de oorlog ondergedoken gezeten maar net als alle bevrijde gevangenen overleefden ze de oorlog. De 12 leden die de gevangenen bevrijdden kregen als bijnaam de 'Gideonsbende'. Over hun overval is een film gemaakt.

Vervoerd in de bakkerskar

In de psychiatrische inrichting Dennenoord in Zuidlaren zaten onderduikers verborgen. Op het terrein van Dennenoord was een wasserette. Boven de grond werd gewassen maar onder de grond zaten onderduikers verstopt. Dit was wel gevaarlijk want in het Noorder Sanatorium werden Duitse soldaten opgeleid.

Eén van de onderduikers onder de wasserette kwam uit Vries. Dit was Jan van den Broek. In het voorjaar van 1944 werd zijn moeder ernstig ziek en Jan wilde haar graag bezoeken. Maar omdat hij ondergedoken zat kon hij niet zomaar naar Vries toe. De familie van Jan was bakker en had een grote bakkerskar.

Midden in de nacht fietste een van de medewerkers van de bakkerij naar Zuidlaren om Jan op te halen. Hij verstopte zich in de bakkerskar. Op de terugweg werden ze vlakbij Vries aangehouden. De politieagent wilde natuurlijk weten wat er in de kar zat. Maar de medewerker zei: 'waag het niet om in de kar te kijken'! De politieagent durfde toen niet meer in de kar te kijken en Jan kwam veilig bij zijn moeder aan! Bij de afbeeldingen zie je een foto van de bakkerskar met een jongere broer van Jan.