Ontstaan van de Republiek
Nadat de Noordelijke Nederlanden koning Filips II niet langer als vorst erkennen, lukt het niet om een nieuwe vorst te vinden. In 1588 besluiten de Staten-Generaal, als de vertegenwoordiging van de opstandige gewesten, om zelf de soevereiniteit op zich te nemen en de regering te vormen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Er zijn enkele andere republieken, zoals Venetië en Genua, maar in een tijdperk waar vorsten juist steeds meer de absolute macht zoeken, blijft dit een ongewone staatsvorm.
Belangrijkste ambtenaar van Holland
De in Amersfoort geboren Johan van Oldenbarnevelt weet snel carrière te maken in het gewest Holland. Hij is de vertrouwenspersoon van stadhouder Willem van Oranje. In 1586 wordt hij raadpensionaris (ook wel aangeduid als landsadvocaat) van de Staten van Holland, hun belangrijkste ambtenaar. Hij maakt van de Republiek een goed functionerend geheel.
Omdat het rijke Holland het meeste geld inbrengt, heeft het ook de grootste stem in de Republiek. Oldenbarnevelt zorgt ervoor dat hij de spil wordt van de Staten-Generaal. Onder zijn leiding kunnen de Staten-Generaal effectief belastingen heffen en een geslaagd offensief uitvoeren tegen Spanje. Hij sluit politieke compromissen en als dat niet lukt gebruikt hij omkoping, dreigementen en militaire macht tegen zijn tegenstanders. Ook neemt hij het initiatief tot de oprichting van handelsorganisatie de Vereenigde Oostindische Compagnie. Oldenbarnevelt functioneert als een soort minister-president, minister van Financiën en minister van Buitenlandse Zaken tegelijk. Hij geniet groot respect in binnen- en buitenland en wordt gezien als de sturende kracht van de Republiek.
Conflict en onthoofding
Op den duur krijgt Oldenbarnevelt te maken met een concurrent: stadhouder prins Maurits, zoon van Willem van Oranje. Een stadhouder (dat betekent letterlijk plaatsvervanger) wordt benoemd door de vorst om namens hem te regeren, maar omdat een republiek geen vorst heeft vervalt deze oorspronkelijke taak. Formeel gezien is de stadhouder slechts dienaar van de Staten-Generaal. Maar als hoog edelman en opperbevelhebber van de strijdkrachten steekt Maurits ver uit boven alle andere bestuurders.
Lange tijd bloeit de Republiek onder hun gezamenlijke gezag. Oldenbarnevelt richt zich op de politiek en Maurits beperkt zich tot zijn militaire taken – het lijkt de perfecte samenwerking. Maar na 1600 komen ze regelmatig met elkaar in conflict. Maurits wil oorlog blijven voeren tegen Spanje, terwijl Oldenbarnevelt een wapenstilstand tekent, het Twaalfjarig Bestand (1609-1621).
Ook wil de raadpensionaris geloofsruzies binnen de protestantse kerk voorkomen. Hij blijkt bereid om dat met legertroepen af te dwingen. Daarmee begeeft hij zich op het terrein van de stadhouder. Maurits voelt zich hierdoor bedreigd en neemt Oldenbarnevelt zijn macht af. Uiteindelijk laat hij hem arresteren. De raadpensionaris wordt – tot zijn eigen verbijstering – ter dood veroordeeld wegens hoogverraad. Op 13 mei 1619 wordt Oldenbarnevelt onthoofd op een schavot voor de Ridderzaal in Den Haag. Extra dramatisch voor hem is het feit dat zijn veroordeling in gang is gezet door de zoon van zijn held Willem van Oranje.
Dankzij Oldenbarnevelt wordt de Republiek een van de voornaamste mogendheden binnen Europa. De Staten-Generaal en de stadhouders van het Huis van Oranje blijven echter nog tot 1795 strijden om de macht.