Akkers
In de midden bronstijd, rond 1500 voor Chr., beginnen de boeren zich te vestigen in semi-permanente behuizingen en krijgt ook het vee onderdak. De verzamelde mest wordt op de akkers gebracht. Boeren verbouwen voornamelijk gerst en emmertarwe. Later ook vlas, erwten en bonen.
Houtwallen en raatakkers
Het vee kan in de bossen grazen. Om de akkertjes te beschermen tegen vraat van wild en vee werpen de boeren wallen op met aan de buitenzijde een geul. Op de wallen komen bomen en struiken en daartussen worden takken gevlochten. Hierdoor ontstaat een ondoordringbare houtwal. Is het akkertje uitgeput dan hakken de boeren een stukje bos om en richten een nieuw akkertje in. De uitgeputte en verlaten akkertjes veranderen in heideveldjes. Zo verplaatst de boerderij zich door het landschap. Hierdoor ontstaat een patroon van kleine ‘vierkante’ wallen in het landschap. Dit staat bekend als raatakkertjes.
Raatakkers nabij het Solsche gat
Raatakkers (Celtic fields), in 2006 ontdekt nabij het Solsche Gat, leveren het bewijs dat mogelijk in de bronstijd, maar zeker in het begin van de ijzertijd, buurtschap Drie al als nederzetting bestaat.
Bronnen en verder lezen:
- Oerbos, leefbos, heide en cultuurland – Jan Neefjes – uitgave 2006
- Erfgoedwaarden van de Veluwe – J.A.M. van Den Ancker - uitgave 2007
- Veluwe de Natuurgids – Crosbill Guides Foundation – uitgave 2017
- Wandelen rond Drie – Natuur- en Milieuplatform Ermelo – uitgave 2018
Rechten
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC