Het weeshuis
Jongens en meisjes leven gescheiden in aparte vleugels van het gebouw. De leiding is lange tijd in handen van een echtpaar. Een of twee dienstmeiden helpen in de huishouding. De kinderen dragen allemaal een uniform met een E op de mouw. Ze krijgen in het weeshuis een opleiding, te eten en een dak boven hun hoofd. Rond hun achttiende jaar, als ze op eigen benen kunnen staan, verlaten ze het huis.
Minder wezen
In de twintigste eeuw neemt het aantal wezen steeds verder af. Door betere voeding, huisvesting en hygiëne verliezen kinderen minder vaak hun ouders. Het Culemborgse weeshuis raakt langzaam overbodig. In 1952 verlaat de laatste wees het gebouw. Nu is het stadsmuseum van Culemborg er gevestigd.