Dit stadhuis werd gebouwd in de jaren 1725-1727 op de plaats waar daarvoor ook al een stadhuis stond. Dit is in 1724 op Sinterklaasavond door storm, bliksem en brand verwoest. Het stadsbestuur wilde zo snel mogelijk weer over een nieuw stadshuis beschikken op dezelfde plaats. De Zutphense architect Isaac van de Heuvel maakte reeds op 3 juni 1725 een plattegrond van het oude gebouw "om daerop een nieu concept te formeren".
Façade
Op 17 juni 1725 werd de eerste steen gelegd. Het resultaat mocht er zijn. Een monumentale façade aan de Markt met een fraaie ingangspartij: brede trap met twee lantaarns, bordes met trap recht voor de statige deur waarboven het wapen van de stad. Deze trap werd in 1876 vervangen door een linker en een rechter opgang. Het venster met de dakkapel daarboven in een lijst, het geheel van Bentheimer zandsteen. De gehele middenpartij stak iets naar voren waardoor het nog meer uitstraling had. Aan weerskanten op de bovenverdieping moderne schuifvensters, kruisvensters met onderluiken op de benedenverdieping. Achter het bordes bevond zich een trap naar de kelder waar een gevangenis was gevestigd. Waarschijnlijk was de grote dag van ingebruikname 10 november 1727. Want op de jaarrekening van 1727 vinden we als een van de posten: "Op de inwijdinge vant stadthuis de Heeren met haer Gasten verteert luit rekeninge de summe van 131 g., 10 st., en 8 p."
Bombardement
Dit stadhuis heeft dus tot 21 maart 1945 aan de Markt gestaan. Na het bombardement stond de voorgevel nog fier overeind. Toch besloot men die te slopen. De liggende stenen leeuwen heeft men kunnen redden. Deze zijn in het bordes van het nieuwe gemeentehuis aan de Terborgseweg-zijde ingemetseld.
Maquette
In het Stadsmuseum van Doetinchem is op de grote maquette van het centrum van Doetinchem in 1940, met Markt en stadhuis als middelpunt, prachtig nagebouwd. Een bezoek aan het museum is zeker de moeite waard.
Literatuur:
- Geschiedenis van Doetinchem door J.C.Boogman en S. Oosterhaven
- De Geschiedenis van Doetinchem door S.H.Lovink.