Om die afzonderlijke dijkgebieden tot een eenheid te maken en te onderhouden werden afspraken gemaakt. In 1327 vaardigde de Graaf van Gelre de land- en dijkbrief uit waarin het bestuur en het beheer van de dijken wordt geregeld. De dijkgraaf en de heemraden van het toen opgerichte ambt, later polderdistrict Overbetuwe zagen er streng op toe, dat de bewoners de dijken onderhielden. Slecht onderhoud werd gestraft. Goed onderhoud was een bittere noodzaak want ondanks de strenge controles zijn er vroeger toch vaak dijkdoorbraken geweest. Daarbij raakten mensen vrijwel alles kwijt wat ze bezaten. En sommigen overleefden het niet. Op een plaats waar water en soms ijs met donderend geweld door een dijk braken, ontstond een gat in de dijk. En daar achter kwam een groot gat in de bodem. Dat noemen we een wiel of kolk of waai. In de hele gemeente Lingewaard liggen nog 13 van zulke kolken. Bij het zien van die prachtige kolken is het moeilijk voor te stellen dat daar ooit een dijkdoorbraak is geweest. Met alle ellende, die er bij hoorde.
De Pas
Muurresten van in 1799 verdronken huizen van Doornik zijn bij laag water nog altijd te zien. De Heer van Doornik gaf de bewoners een nieuwe plek om te wonen, De Pas. Eén van de huizen daar heet nu nog 'Het Hemeltje'. Die naam komt van het middeleeuwse woord Heymaal, dat gerechtsplaats betekent. Hier mocht de Heer van Doornik rechtspreken over de problemen van de bewoners. Nog steeds is De Pas een heel klein 'dorpje', een buurtschap. Later legde men een nieuwe dijk aan. Die kwam aan de landkant van de kolk, die eens Doornik geweest was….