De tabak wordt in Nijkerk verbouwd en gedroogd in tabaksschuren. In 1686 telt Nijkerk er ruim tachtig; in 1815 maar liefst 230. Rond die tijd is een zesde deel van de Nederlandse tabak afkomstig uit Nijkerk.
De gedroogde tabak wordt verkocht om in Amsterdam te worden verwerkt tot snuif-, pruim- en pijptabak. Tabak blijft lange tijd het belangrijkste gewas. Tijdens de Franse overheersing (1795 – 1813) wordt de export aan banden gelegd en moet alle tabak worden verkocht aan de bezetters. Na de Franse overheersing herstelt de tabaksteelt zich gedeeltelijk, maar halverwege de negentiende eeuw groeit de concurrentie van betere en goedkopere tabak uit de tropen. Dit betekent uiteindelijk het einde van de Nijkerkse tabaksteelt.
Leestips:
- R.J. van der Bie, ‘Bekommering en ongewraakte vreugd’. Tabaksteelt in Nijkerk (ca. 1635- 1900) (Amsterdam 1999).
- Dr. H.K. Roessingh, Inlandse tabak. Expansie en contractie van een handelsgewas in de 17e en 18e eeuw in Nederland (Zutphen: De Walburg Pers, 1976).
Rechten
Museum Nijkerk, CC-BY-NC