De bouw van de Domtoren, die in 1321 begon, kwam voort uit een machtsstrijd die in de eerste decennia van de veertiende eeuw woedde tussen de verschillende Utrechtse kapittels. De veertig kanunniken van het Domkapittel waren namelijk officieel bevoegd om de Utrechtse bisschop te kiezen, maar in de praktijk deden ook de kanunniken van de vier andere Utrechtse kapittels aan de stemming mee. Het Domkapittel probeerde de benoeming naar zich toe te trekken maar dat lukte niet. De bisschop werd dus door een grotere groep kanunniken benoemd. Dat maakte het voor buitenstaanders gemakkelijker om invloed uit te oefenen op dit kiescollege. Vooral de graaf van Holland wist veel kanunniken over te halen om op de kandidaat van zijn voorkeur te stemmen. Aan het begin van de veertiende eeuw was de Utrechtse bisschop daardoor een Hollandse marionet geworden. Om te laten zien wie eigenlijk het belangrijkste kapittel was, dat bovendien officieel bevoegd was de Utrechtse bisschop te kiezen, bouwde het Domkapittel een hoge toren die uiteindelijk in 1382 gereed was. Het was een machtssymbool dat al van ver was te zien.