Theaterverbod

Vrede van Utrecht

Om het de diplomaten een beetje naar de zin te maken zorgde de Utrechtse vroedschap voor allerlei faciliteiten: een vrijstelling van accijns op bier en wijn, beschikbaar stellen van de Janskerk voor de Anglicaanse eredienst en een tijdelijke opheffing van het theaterverbod. Het was de gereformeerde kerkenraad in de jaren daarvoor gelukt om het opvoeren van komedies te verbieden en een theater uit Utrecht te weren. Slechts tijdens de jaarlijkse kermis in juli werd er tegen betaling een ontheffing verleend. Vanwege de onderhandelingen werd die ontheffing nu ingesteld voor de hele duur van de vredesbesprekingen. Op de Mariaplaats verrees een houten schouwburg en theaterdirecteur Jacob van Rijnsdorp uit Den Haag kreeg een vergunning voor komedies.

Na de ondertekening van de belangrijkste verdragen in april 1713 vertrokken de diplomaten de een na de ander. Het werd weer stil in de stad. Het theater moest in de herfst van 1713 bij gebrek aan klandizie sluiten.