Nederland bestuurt in 1873 een groot gebied in Azië. Dat gebied wordt Nederlands-Indië genoemd. Daar verdienen Nederlanders veel geld. Ook veel andere Europese landen besturen gebieden in andere delen van de wereld. Hoe meer gebieden een land bestuurde, hoe belangrijker het land was.
Maar er zijn in die tijd nog stukjes van Nederlands-Indië waar Nederland de macht nog niet heeft. Zo is er nog een zelfstandig gebied op het eiland Sumatra: Atjeh. Nederland wil ook dat gebied graag in bezit hebben. Atjeh heeft bovendien de macht in de Straat Malakka. De Straat Malakka is een zeestraat, een smalle doorgang tussen twee zeeën.
De inwoners van Atjeh beroven veel schepen in die zeestraat. Daarom besluit Nederland om Atjeh de oorlog te verklaren. Eerst probeert Nederland de sultan van Atjeh bang te maken door oorlogsschepen voor de kust van Atjeh te leggen. Maar de Nederlanders weten niet eens hoe groot het gebied is. Ze sturen maar vier schepen, en dat is lang niet genoeg om de hele kust af te sluiten.
Op 26 maart 1873 stuurt Nederland een oorlogsverklaring aan de sultan van Atjeh. De Nederlanders denken dat hij de macht in het land heeft. Maar ze krijgen niet wat ze wilden. Daarom wordt er een Nederlands leger naar Atjeh gestuurd om te vechten.