algemeen kiesrecht
Het kiesrecht voor mannen en vrouwen.
Algemeen kiesrecht is het systeem waarbij iedere burger dat kiesrecht mag gebruiken. De meeste Europese landen hebben een systeem waarbij alleen personen boven een bepaalde leeftijd mogen stemmen. Door de grondwetswijziging van Thorbecke was er censuskiesrecht. Censuskiesrecht is kiesrecht op basis van een minimale hoeveelheid belasting die je betaalde. Dit was echter maar een hele kleine groep. Namelijk de mannen van de gegoede burgerij. De gegoede burgerij was al een hele kleine groep op zichzelf, omdat het mensen waren zoals bedrijfseigenaren en artsen. Steeds meer mensen vonden dat het kiesrecht uitgebreid moesten worden. In de politiek waren dat: de socialisten, links liberalen, links anti-revolutionairen en feministen. Tegen waren: de conservatieve liberalen en de conservatieve confessionelen. In 1887 was er een grondwetswijziging waardoor meer mensen mochten stemmen. Dat waren de mannen die het hogere inkomen hadden in de kleine burgerij. Vervolgens in 1917 kwam er algemeen kiesrecht voor mannen en passief kiesrecht voor vrouwen. Passief kiesrecht houdt in dat je je verkiesbaar kan stellen en dat er op jou gestemd kan worden, maar dat je zelf niet mocht stemmen. Dus vrouwen konden zich verkiesbaar laten stellen, maar zelf niet stemmen. In 1918 de eerste verkiezingen bij dat passieve vrouwenkiesrecht wordt er in totaal maar 1 vrouw gekozen. Maar in 1919 kwam er ook algemeen kiesrecht voor vrouwen.
Dit is belangrijk voor de parlementaire democratie en rechtsstaat, omdat het letterlijk de basis is voor een democratie. Zonder kiesrecht is er geen democratie. Het bepaalt wie er in de tweede kamer komen en wie ons land bestuurd.