Eind februari 2001 werd de zeer besmettelijke dierziekte mond- en klauwzeer (MKZ) geconstateerd in het Engelse Essex. MKZ is een virusziekte, die voorkomt bij evenhoevige dieren zoals runderen, varkens, schapen en geiten en zich heel gemakkelijk verspreidt, door de lucht en via aanraking. Er werden onmiddellijk maatregelen genomen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan, maar het mocht niet baten. Binnen enkele weken drong het virus door in Frankrijk, Nederland en andere Europese landen.
Uitbraak in Welsum
Op 20 maart van dat jaar was de eerste verdenking van MKZ in Nederland op een bedrijf in Oene. Later op de dag werd ook in de gemeente Olst MKZ vastgesteld. Al het vee in een straal van 1 km rond de besmette bedrijven werd preventief vernietigd. Later is die maatregel in sommige situaties uitgebreid tot een straal van 2 km om het besmette bedrijf. Het ministerie van Landbouw kondigde meteen een algemeen vervoersverbod van dieren, veevoer en melk af en er werden allerlei maatregelen genomen voor de ontsmetting van bedrijven. Boeren lieten de melk, die niet werd opgehaald, in de giertank lopen. Scholen werden gesloten, kerkdiensten en andere evenementen afgelast. Toch waren de maatregelen niet afdoende. Op 27 maart waren er al vijf bedrijven waar MKZ werd vastgesteld, gelegen in Olst, Oene, Welsum en Nijbroek.
MKZ vroeger en nu
In de 20ste eeuw vond wel vaker een MKZ-uitbraak plaats. Een oude boer uit Welsum herinnerde zich dat men dan bij elke besmette boerderij een biljet aanplakte met de tekst "Mond- en klauwzeer. Verboden terrein." Een plaatselijke politieagent was overdag aanwezig om toezicht op de naleving van preventiemaatregelen te houden. Het ging toen om incidentele besmettingshaarden die, vanwege de geïsoleerde ligging van de meeste boerenbedrijven in die tijd en de geringe contacten met de buitenwereld, niet uitwaaierden over een groot gebied. De dieren werden niet preventief geruimd. Zieke dieren kregen de kans om te herstellen. De situatie bij de uitbraak van 2001 was totaal anders. De ziekte verspreidde zich nu in snel tempo in de omgeving van Oene. De dieren die zich dichtbij de besmettingshaard bevonden, werden doodgeschoten, ook dragende dieren werden gedood. Dat lot trof zelfs de kerngezonde, geënte dieren. De MKZ-uitbraak van 2001 betekende de doodsteek voor de Welsummer veefokkerij: wat van vader op zoon over een lange periode tot stand was gebracht, verdween in een paar weken. Boeren hebben er nog altijd moeite mee dat het aloude roodbonte Maas-Rijn-IJsselvee na 2001 op grote schaal is vervangen door zwartbont vee.
De emoties liepen hoop op
Sommige voorzorgsmaatregelen van de overheid leidden tot boosheid en verzet bij de getroffen boeren, en bij burgers die voor het leven van hun hobbydieren vreesden. Er werden felle acties gevoerd tegen het preventief ruimen en voor het massaal inenten van gezonde dieren. Dit laatste was en bleef echter verboden door regels van de Europese Unie. Tot woede van boeren en dorpsbewoners, die machteloos moesten toezien dat duizenden dieren in hun ogen nodeloos werden gedood. Een eenvoudig monument op de hoek van de Zijlweg en de IJsseldijk in Welsum houdt de herinnering aan deze dramatische gebeurtenissen in stand.