Het kasteel Voorst

Steden en ridders ruziën

Tijd van steden en staten

12.750 pijlen

Op 29 juli 1362 belegerden Zwolle, Kampen en Deventer en de bisschop van Utrecht kasteel Voorst. De belegeraars hadden maar liefst 12.750 pijlen, buskruit, vuurwapens, stormrammen en blijden (soort grote katapult) bij zich. Ze hoopten dat de kasteelheer, ridder Zweder van Voorst zich snel zou overgeven…

Ruzie

In de Middeleeuwen hadden de steden, de ridders en de bisschop van Utrecht vaak ruzie met elkaar. De steden, ridders en de bisschop wilden allemaal meer te zeggen hebben dan de ander. En ze wilden het land dat de ander had.

Zwolle in brand

In 1361 kreeg Zwolle ruzie met ridder Zweder van Voorst. Hij woonde op een kasteel vlakbij de stad. De Zwollenaren wilden een gracht graven naar de IJssel, precies over het grondgebied van Zweder van Voorst. Toen Zweder daar achter kwam, was hij zo boos dat hij uit wraak brand stichtte in Zwolle.

Afspraken

Zwolle had met Kampen, Deventer en de bisschop afgesproken dat als één van hen werd aangevallen, ze de ander zouden helpen. Die tijd was nu gekomen. Kasteel Voorst werd belegerd

Strijd!

Zweder van Voorst gaf zich niet zomaar gewonnen. Samen met zijn ridders schoot hij pijlen op de belegeraars. Mannen die te dichtbij kwamen, kregen kokende olie over zich heen. Het lukte de belegeraars maar niet om van Zweder te winnen. Totdat ze op het idee kwamen dode dieren over de kasteelmuur te schieten. De dieren vervuilden het drinkwater en iedereen die er van dronk werd ziek.

Overgave

Uiteindelijk gaf ridder Zweder van Voorst zich na 3 maanden over. Als straf werd hij verbannen. De blije Zwollenaren braken zijn kasteel tot de laatste steen af. Zwolle had laten zien hoe machtig ze was. Het kasteel is nooit meer opgebouwd. Op de plaats van het kasteel in het Stinspark in Westenholte staat als herinnering een speelkasteel.