Donar en Thor
Tot in de 9de eeuw geloofden de Saksen in Overijssel niet in de christelijke God. Zij vereerden veel meer goden, die allemaal iets met de natuur te maken hadden. Wodan, de oppergod,was de god van de wijsheid, oorlog en dood. Donar was de god van de donder. Als hij met zijn magische hamer zwaaide, veroorzaakte hij bliksemschichten.
Plechelmus
In de 8ste eeuw kwamen monniken naar Overijssel. Zij waren missionarissen, die de Saksen over God en de bijbel wilden vertellen. De bisschop Plechelmus probeerde samen met zijn helpers Odgerus en Wiro de Saksen in Twente te bekeren. Plechelmus overleed rond 734.
Marcellinus van Deventer
Een andere missionaris was Marcellinus van Deventer (700-762). Als kleine jongen was hij als slaaf naar Rome gebracht. Daar leerde hij de Utrechtse bisschop Gregorius kennen, die hem mee naar Nederland nam. Marcellinus sloot zich aan bij de missionaris Lebuinus. Samen probeerden zij de Saksen te bekeren. Dat ging niet altijd goed. Sommige Saksen werden boos en joegen hen weg. Of ze vernielden de kerkjes. Veel Saksen wilden eerst niks van het nieuwe geloof weten.
Karel de Grote
In de tijd van de missionarissen was de christelijke Karel de Grote koning van het grote Frankische Rijk. Hij was de baas over een groot deel van Europa. De Saksen weigerden zich aan de machtige Franken te onderwerpen. In 773 kwam het tot een gruwelijke oorlog. Na 32 jaar strijd gaven de Saksen zich gewonnen. Ze werden gedwongen zich tot het christendom te bekeren.
Kerken
Vanaf dat moment kwamen er steeds meer stenen kerken in Overijssel. Zoals de eerste stenen kerk op de Oude Markt in Enschede, die rond 1000 gebouwd werd. Deze kerk werd rond 1200 vervangen door een nieuwe stenen kerk. Kerken vormden het begin van de steden en dorpen zoals we die nu nog kennen.