Zwemmen met 't Plaatselijk Nut

Zwemmen met ’t Plaatselijk Nut

 

Naast de vele kwekerijen is Boskoop ook vele sloten rijk. Van kleine smalle en ondiepe slootjes tot brede (hoofd)watergangen. Boskoop en water horen bij elkaar. Boskopers zeggen niet voor niets dat je pas een echte Boskoper bent als je op het droge klimt met kroos op je hoofd nadat je kopje onder in de sloot bent gevallen. Kunnen zwemmen, of althans jezelf kunnen redden in het water, is eerder regel dan uitzondering in het dorp. Leren zwemmen wordt al van kleins af aan aangeleerd. Voorheen in de Gouwe (een gekanaliseerde rivier tussen de Oude Rijn en de Hollandse IJssel) en jaren later in een aangelegd zwembad aan de Zijde. Dit laatste officiële zwembad dateert uit 1959 en werd gebouwd als openlucht bad, maar kreeg later (in 1971) een overkapping. En wat voor een; een met lucht gevuld plastic tent wat leek op een Chesterfield bankstel in de vorm van een grote luchtballon. Vandaar dat dit zwembad in de dorpsmond ‘de ballon’ werd genoemd. Aan het loket kocht je het entreekaartje of liet je de badenkaart knippen. Bij het opengaan van de schuifdeuren die toegang gaven tot de twee baden, – het diepe en ondiepe bad – de kleedruimtes en de douches, werd je meteen overvallen door de chloorlucht en het lawaai van draaiende machinerie. Veel inwoners zullen zich het ijskoude voetbad, de betonnen trap naar het diepe bad met de ronde raampjes onder water ter hoogte van de springplanken (de hoge en lage wip), de glazen raampartij waarachter de installaties zichtbaar waren, de bankjes rondom het zwembad, de betonnen startblokken en niet te vergeten zwemleraar Bontekoe nog wel herinneren.

 

“Tijdens de zomermaanden kon het erg druk zijn en waren er gerust duizend bezoekers.
Mensen uit de omgeving brachten hier ook hun vakanties door.”

Ido Tamming bedrijfsleider en badmeester van zwembad ‘de ballon’ (artikel Algemeen Dagblad)

 

Aan zwemles, schoolzwemmen, zwemvierdaagse, waterpolo en recreatiezwemmen in ‘de ballon’ kwam helaas in 1985 een einde. De overkapping werd als gevaarlijk bestempeld en het zwembad moest haar deuren sluiten. Dit alles tot groot ongenoegen van de Boskopers. De belofte dat er een nieuw zwembad gerealiseerd zou worden is uitgelopen op een politiek fiasco, met als resultaat dat inwoners van Boskoop vandaag de dag nog steeds voor zwemactiviteiten in een officiële zwemgelegenheid moeten uitwijken naar de omliggende woonplaatsen zoals Waddinxveen, Hazerswoude-Dorp, Bodegraven, Alphen a/d Rijn, Reeuwijk en Gouda.

 

De Badhuisweg, wat voorheen Achter de Steilen heette, dankt haar naam aan de toen al bestaande Boskoopsche Bad- en Zweminrichting, wat later het Noorderzwembad werd genoemd. Op 30 maart 1898 nam Vereniging Plaatselijk Nut (‘het Nut’) de in slechte staat verkerende zwemvoorziening dat tot die tijd slechts voor de welgestelden toegankelijk was, over van het toenmalig bestuur voor een bedrag van 187,50 gulden met de voorwaarde dat de schuldeisers de helft van hun vordering kwijtscholden. Het Nut liet het bad opknappen door de plaatselijke Boskoopse timmerlieden Van Nes en Koudijs voor 500 gulden en daarna werd het voor grotendeels uit hout opgetrokken Noorderbad op de hoek Otwegwetering/Gouwe zelfs zo populair bij de jeugd en volwassenen dat er in 1927 een uitbreiding werd gerealiseerd. Het Noorderzwembad is het eerste officiële publieke zwembad dat de Boskoopse geschiedenisboeken ingaat. Een zwembad waar je ook naast gegeven zwemlessen een uurtje vrij kon zwemmen voor 3 cent en dit alles onder toeziend oog van Arie Ramp, badmeester vanaf 1923 tot 1939. Maar gezamenlijk zwemmen was er voor die tijd nog niet bij, want zowel de vrouwen als de mannen hadden ieder hun eigen avonden waarop dit mogelijk was.

 

Op 4 juli 1935 opende er een nieuw zwembad in Boskoop; het Zuiderbad. Voor veel Boskopers was dit zwembad dichterbij gelegen dan het Noorderbad en was er steeds minder animo voor het zwembad aan de Badhuisweg. Sluiting van het Noorderbad was niet meer te vermijden. Noodzakelijke reparaties aan het Noorderbad konden financieel niet meer worden opgebracht en het zwembad werd ook nog eens afgekeurd door de Inspecteur van Volksgezondheid. Uiteindelijk werd het Noorderzwembad voor sloop verkocht en de schuld aan de gemeente afbetaald.

 

Het Zuiderbad is in slechts zes weken, wat voor die tijd toen heel rap was, gebouwd. De voormalige balkenhaven van houtzaagmolen Windlust langs de Zuidkade ter hoogte van de Julianastraat werd hiervoor aangekocht, uitgebaggerd en door een door de firma Nijhof aangestelde groep werklieden onder leiding van voorman Willem Verweij, omgetoverd tot een zwemfaciliteit. Herinneringen aan het zwembad, dat in de oorlogstijd ook diende als een van het weinige vertier buitenshuis, zijn er volop. De rij kleedhokjes langs de rand van het zwembad, het ondiepe zwemgedeelte waar je met je voeten de zanderig bodem voelde en de ratten die langs je zwommen, het aanleren van de zwemslag - ‘intrekken, spreid, sluit’ - op een bankje naast het bad, de vele waterpolowedstrijden die werden gespeeld, de reddingsbrigade die er oefende. Vele oud Boskopers hebben er hun zwemdiploma behaald onder de leiding van Jaap van Wijk (badmeester tot 1946) en Arie Ramp.

 

De schrik was groot toen Provinciale Waterstaat in 1954 liet weten dat de westkant van de oever van de Gouwe verbeterd zou worden. Daarmee werd het Gouwewater, wat gebruikt werd voor het Zuiderbad, afgesloten van de Gouwe. Het gevolg van deze oeververnieuwing betekende dat de vergunning voor het zwembad werd ingetrokken totdat er aan de regelgeving (waaronder en waterzuiveringsinstallatie ter waarde van 15.000 gulden welke aangeschaft moest worden) werd voldaan. Dirk Nijhof - eigenaar van kistenfabriek Nijhof, houthandel Nijhof- en tevens realisator van en investeerder in het Zuiderbad liet het gemeentebestuur weten af te zien van deze modernisering. De gemeente beschikte zelf over onvoldoende financiële middelen om het Zuiderbad te behouden en zo sloot in september 1955 ook dit zwembad haar deuren. Gelukkig werd er na sluiting van het Zuiderbad een nieuw zwembad gebouwd aan de Zijde.

 

En zo strandde het Boskoopse zwembadtijdperk. Echter, wel of geen publiek zwembad, Boskopers blijven vertier en afkoeling zoeken in het water. Zo tref je maar al te vaak zwembaden of zwemvijvers bij huizen of in de kassen aan, wordt er zo onopvallend mogelijk in de Gouwe gezwommen tijdens warme zomerdagen en springt de jeugd stiekem van de Otwegweteringbrug af het verfrissende Gouwewater in (zwemmen in de Gouwe is tegenwoordig verboden). Als inwoner van Boskoop wil toch weten hoe het voelt om als een Kwakveense kikker uit de sloot kruipen?!