Het verhaal en de plek
Dit kunstwerk van Anne-Marie van Sprang is tot stand gekomen naar aanleiding van de geschiedenis van het ontstaan van de textielindustrie in Oldenzaal en dan meer specifiek de bouw van de eerste stoomspinnerij in Oldenzaal in 1860. De locatie in de stadstuin 1862 is de plek waar de fabriek vroeger heeft gestaan en is daarmee een directe verwijzing naar de geschiedenis van Oldenzaal.
Het kunstwerk
'Draadje Doek' verwijst naar de belangrijke gebeurtenis in 1860, maar heeft ook de mensen van nu iets te zeggen. Het beeld is subtiel en ijl en laat een mens zien die helemaal verweven is met draden en doek. De figuur draagt een gewaad van doek en draagt een enorme stapel geweven doeken in armen en handen. Het beeld is een ode aan de mensen die in de fabriek werkten, waarvan we de namen niet weten, maar die wel onmisbaar waren in het proces. Anne-Marie van Sprang benoemt hiermee de niet benoemden: Trientje Smits, Ankje Roelofsen, Matje Cornelissen en Hilje Schippers. Zij zijn de "Draadje Doeks" die de klossen in het gareel hielden en de draden tot doeken weefden. Het kunstwerk verbeeldt hun energie, maar verwijst ook naar het gezamenlijk onderhouden van de stadstuin 1862 op dit moment én geeft de kijker van nu inspiratie: Ieder mens kan meer dan hij/zij denkt!
De kunstenaar
De kunstwerken van Anne-Marie van Sprang zijn vaak fragiel. Enerzijds door het materiaal (ze werkt veel met porselein), maar ook door het formaat. Kijken, luisteren, verbergen, onthullen en gezien worden zijn steeds terugkerende thema's in haar werk. Ze maakt letterlijk zichtbaar wat in het groot soms verborgen blijft. Zie: www.amvs.nl
Dit kunstwerk is tot stand gekomen in het kader van het project canonkunst onder leiding van het Kunstenlab uit Deventer en financieel mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.