Lambalgen

Het bos bestaat al vanaf de dertiende eeuw. Het landgoed, ongeveer 290 hectare, vanaf de vijftiende eeuw. De betekenis is 'verhoging die de loop van de beek belemmert'.

Deze beek liep vroeger langs de westzijde.

Pas in 1415 wordt Lambalgen in de archiefstukken vermeld.

In het begin van de 17e eeuw is Lambalgen in bezit van Walraven van Arkel, schout van Amersfoort. Daarna ging het in 1646 over op de familie De Gruijter, dezelfde familie die later Groenewoude zou overnemen .

Deze familie was vele generaties lang eigenaar, doch bewoonde Lambalgen niet altijd zelf. De laatste telg Anna Elisabeth vermaakte het in 1783 aan haar aanstaande echtgenoot Louis Lucas Bols met wie zij in 1783 trouwde. Het echtpaar bezwaarde het goed met vele hypotheken en ze belandden zo in een enorme schuldenlast. In 1812 besloot het echtpaar Bols-de Gruijter Lambalgen van de hand te doen.

Het werd gekocht door Johann Wilhelm Gülcher, bankier in Amsterdam. Een paar jaar later kwam het huis onder de hamer en werd D.C.J. Harmsen uit Amerongen eigenaar.

In 1882 is Lambalgen geveild en werd gekocht door Herman Royaards van Scherpenzeel. Na twee verervingen via dochters kwam het goed (via Jonkheer Schelto van Citters in 1902) in 1942 in handen van de familie Patijn, die tot op heden eigenaar is en een nieuwbouw bungalow op het terrein bewoont. Het huis zelf is op 3 maart 1953 afgebrand en niet meer opgebouwd.