Anekdotes

Schoolfeest

Het schoolfeest in Wachtum is elke drie jaar weer een groot feest. Het dorp staat bekend om de prachtige rand van geel zand, die elke keer weer langs de kant van de straat wordt gestrooid ter ere van het feest. Bij het maken van de praalwagens en de straatversiering doet het hele dorp mee. Het is een echt dorpsfeest!

Sint Pieterbalslaan

In Gees en Oosterhesselen wordt nog altijd het Sint Pietersbalslaan gevierd. Vroeger was dit gebruik een compleet volksfeest, maar dat is nu niet meer zo. Het Sint Pietersbalslaan kondigde het einde van het winterseizoen aan. De jongeren uit de omgeving kwamen op de naamdag van Sint Pieter, 22 februari, naar Gees om het balslaan te spelen.
De oorsprong van het gebruik is niet te achterhalen. Wel zou er een verband zijn tussen het gebruik, en het feit dat de Sint Pietersproostdij uit Utrecht in deze omgeving diverse onroerende goederen zou hebben gehad. Kanunniken van de Sint Pieterskerk uit Utrecht kwamen naar Drenthe om belastingen in natura te innen. Waarschijnlijk reisden zij van Gees via Oosterhesselen naar de bisschoppelijke boerderij in Aalden. Hierbij reisden ze door een voorde (een ondiepe, doorwaadbare plaats) in het Drostendiep, deze voorde heette het Pietersgat.

Van oorsprong werd het balslaan gespeeld door vrijgezelle jongeren. Het 'bal uitslaan' was een verplichting van de jong getrouwden, die sinds de laatste Sint Pieter waren getrouwd. Zij traden uit, uit het vrijgezellengilde. Hiervoor moesten ze symbolisch een bal 3 maal achter elkaar uitslaan. Meestal was dit een gewone kaatsbal, die werd geslagen met een plankje, een stuk hout of een bongel. Vaak werd de bal geslagen richting een plas of sloot. De vrijgezellen moesten proberen de bal te vangen. Soms vielen ze daarbij wel eens in het water. Verder mochten de jong getrouwden de vrijgezellen met water nat gooien, om het uittreden aan te duiden. Ook was het de gewoonte dat het plankje of het stuk hout waarmee de bal geslagen werd, werd overhandigd aan één van de vrijgezellen. Als hij/zij dit accepteerde, betekende dit dat er binnen het jaar getrouwd zou worden. Als hij/zij het plankje weigerde, kreeg hij/zij de bijnaam doestcobbe. Sommige mensen hielden deze bijnaam hun leven lang.

Vanaf 1900 wordt het feest vooral door de schooljeugd gevierd. Op 22 februari krijgen de kinderen om kwart voor 12 vrij van school. Ze gaan dan naar de huizen van jong getrouwden en zingen daar het liedje:

Daar komen wij knechtjes en meidjes aan
Al om Sint Pieter de bal te slaan.

Hadt gij in de gilde gebleven,
Dan hoeft gij Sint Pieter de bal niet te geven.

Maar nu gij zijt uit de gilde gegaan,
Nu moet gij Sint Pieter de bal uitslaan.

Slaan, slaan, slaan,
Mijn liedje dat is er gedaan.

Wanneer dit liedje is gezongen, strooien de jong getrouwden geld en snoepgoed voor de kinderen. Als zij alles hebben opgeraapt, gaan de kinderen naar het volgende jonge paar. Zo gaan ze het hele dorp rond. Het balslaan gebeurt nu niet meer.