Het vaststellen van de markegrens tussen de marke Zeijen en de marke Vries duurde meer dan 200 jaar.
Verhaal vrouw Lebbe
Lees één van de verhalen over vrouw Lebbe voor. In het
opdrachtenboekje moeten de leerlingen hier vragen over
beantwoorden.
Het was op een najaarsavond. Een koude wind joeg over de heide. De lucht was grauw. Fijne hagel striemde tussen de regenvlagen door de berken en de elzen en rukte de laatste blaadjes los van de takken. Over het pad door de heide ging een oude halfblinde vrouw. Zij strompelde. Onder haar ene arm een doek met bedelwaar. In de andere hand een stevige stok, om niet weg te glibberen in de modder en om zich tegen gevaar te weren. De punt van de tipdoek op haar hoofd wapperde op en maakte zo haar grijze haren zichtbaar. Lebbe was haar naam. Op weg naar Norg was ze. Verlangend naar onderdak in een schuur, om te rusten op wat stro. Rusten. Zij wilde meteen wel rusten. zij was zo oud en zo moe.
In het westen, vlak boven de kim, kleurde de lucht. Een
blauwe streep. Daaronder en daarboven een vreemde, zacht-paarse
gloed als teken van de zon, die weg was. Snijdender werd de wind,
venijniger de hagel en nog kouder de regen. Haar gezicht, haar
hoofdhuid en haar handen pijnden van vocht en kou. De wind
probeerde te blazen door haar dunne kleren en onder de omslagdoek,
om te komen bij haar schouders. Zwaarder werd het geluid, waarmee
haar stok neerkwam op het heidepad. Zwaarder werden de voeten na
iedere stap die Lebbe dichter bracht bij Norg. Daar was een kleine
hoogte. Opzij van het pad. Zij voelde zich zo vreemd, zo moe. Zo
door en door koud, zo door en door nat. Even rusten? Even zitten
met de rug tegen de wind. Even maar, ook al was de grond zo
nat.
De doek met bedelwaar gleed weg uit haar arm en plofte in een plas.
Lebbe boog zich om haar schamele bezit te grijpen. Haar stok lag
naast haar. Zij verloor haar evenwicht. Haar magere lijf had geen
houvast meer. Haar handen weerde zich niet meer af. Zo gleed ze
languit naast haar waar in het water. Haar kleren zogen het vocht
op en kilheid omklemde toen heel haar lichaam. Zonder pijn, zonder
lijden gleed zo de oude Lebbe de eeuwigheid binnen.
De andere dag. De regen had opgehouden. Stapelwolken achtervolgden
elkaar boven het heideveld. Ze werden voortgejaagd door de kille
oostenwind langs de hardblauwe hemel. Jan Starke, de scheper van
Norg, zocht met zijn schapen naar plekken met nog iets eetbaars.
Zijn honden ontdekten het lijk van Lebbe. Jan Starke schrok. Hij
kende Lebbe. Zij zwierf van boerschap naar boerschap. Nergens was
zij thuis en niemand wist waar zij hoorde. Jan Starke keerde terug
met zijn schapen naar de kooi. De schulte werd gewaarschuwd en de
markegenoten. Lebbe zou moeten worden begraven. Maar de laatste eer
en de laatste plicht kosten geld. De Norgers waren niet rijk, wel
zuinig. Het begrootte hen, een kist te moeten maken en de
begrafenis te verzorgen van iemand die vreemd voor hen was. Waar,
op welke plek, had Jan Starke haar gevonden? 'Nog krek in de marke
van Vries,' vertelde hij zijn volk. 'Dan raken wij het lijk niet
aan,' was het bescheid.
Een boodschap werd gestuurd naar de boeren van Vries. Ook
daar werd beraadslaagd. Acht sterke mannen gingen toen met een
ladder het veld in. Behoedzaam tilden ze de oude Lebbe op het hout.
Knokig waren haar armen en benen, rafelig en dun haar kleding. Haar
grijze haar piekte langs de grauwe wangen. Met een deken bedekten
de mannen haar. Zo droegen ze haar naar Vries. Terug over het
heidepad dat zij gisteren zelf was gegaan. Vier man aan iedere kant
van de ladder. Dicht aan de muur van de kerspelkerk kreeg zij de
rustplaats die ze steeds vergeefs had gezocht. De mensen van Vries
plaatsten als gedenkteken een paoltien op haar graf. Op de plaats
waar Lebbe was gevonden, daar waar het veld van Vries overgaat in
dat van Norg, werd ook een paal opgericht.
Een eiken gedenkteken, om de oude Lebbe te eren. Maar tevens als grensbaken, als scheidingsteken tussen de marken. De Lebbestok, de lebstaok werd voortaan de paal genoemd. Tot ere van het volk van Vries en tot schaamte van die van Norg, die ten koste van vele bunders goed heideveld hun plicht hadden verzaakt.
Bron: www.verhalenbank.nl