Mensen hadden vroeger weinig vertrouwen in dokters. Behandelingen als aderlaten en bloedzuigers hielpen vaak niet tegen ziektes. Sterker nog, patiënten werden er vaak alleen maar zieker van. Ze gebruikten liever zelfgemaakte middeltjes om kwaaltjes te genezen. Er waren ook wonderdokters. Zij waren eigenlijk boer of klompenmaker maar hadden een speciale gave. Een van die wonderdokters woonde in Yde, de smid Willem Nijenhuis. Zijn beroemde breukenboom circuleert mondeling en schriftelijk in lokale sagen.
Smid of dokter?
Willem Nijenhuis kwam uit Duitsland maar was in Yde gaan wonen. Er wordt gezegd dat hij in Duitsland dokter was, maar daar is geen bewijs voor te vinden. In Yde ging hij aan het werk als ijzersmid. Op een dag in 1830 reed hij met een boer naar de heide om turf te steken. De boer vertelde hem over zijn kind. Zijn kind had haar lies gebroken en hij maakte zich zorgen. De smid herinnerde zich toen een recept uit een Duits handboekje. Hij vertelde dat de breuk zouden genezen als de boer drie spijkers in de boom voor zijn smederij sloeg. De boer besloot dit te doen, en het werkte! Volgens Nijenhuis kwam dit doordat hij een bijzondere gave had die breuken kon genezen.
Genezing door bast
Volgens Nijenhuis moest je drie spijkers in een boom slaan als je breuken wilde genezen. Terwijl de patiënt de spijkers in de boom sloeg, mompelde de smid een spreuk. Als de bast van de boom over de spijker was gegroeid dan zou de breuk genezen zijn. Nadat de dochter van de boer genezen was kwamen er al snel meer mensen naar de boom toe. Zij hadden gehoord van de magische krachten en wilden zelf ook genezen worden. Omdat de boom breuken zou genezen, kreeg hij de bijnaam breukenboom. Toen Willem Nijenhuis overleed nam eerst zijn dochter, en daarna zijn kleindochter de praktijk over. Tot 1950 mensen kwamen er mensen naar de breukenboom toe.
Andere bomen
De breukenboom in de tijd van Willem Nijenhuis was een wilg. Maar later werden andere soorten bomen, populieren en linden, als breukenboom gebruikt. Omdat er zoveel mensen naar de boom kwamen, zelfs uit het buitenland, werden er ook meerdere bomen tegelijk gebruikt als breukenboom. Mensen dachten dat dit niet uitmaakte voor de genezing.
In een bron uit 1925 is te lezen hoeveel mensen er naar de bomen kwamen: In den eenen boom ongeveer 500, in den anderen 300, duidelijk in rijen van drie, door den bast overgroeid'. Als je dan bedenkt dat deze bomen ook nog voorgangers hadden, dan weet je dat de breukenbomen door vele 'gelovigen' werden bezocht.
Voor de smederij van Nijenhuis zijn nu nog twee breukenbomen zien. Geen wilgen, want die werden in 1940 gekapt, maar lindes. In een van beide lindes zitten nog spijkerkoppen. De weg waar de breukenbomen staan heet nu de Breukenweg.
Bijgeloof
Niet iedereen was blij met de breukenbomen. Een aantal mensen geloofde niet in genezing door een boom. Zij vonden het maar gevaarlijk bijgeloof. In 1858 gaven dokters in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een waarschuwing aan ouders. Als hun kind iets brak moesten ouders niet wachten op genezing door de breukenboom maar naar de dokter toe komen. Dokters waren anders bang dat de kinderen aan hun lot worden overgelaten.