Eerste zorgverzekering

Vanaf de 19e eeuw ontstaan dan eindelijk de eerste nationale pogingen tot zorgverzekeringen in de vorm zoals wij die nu kennen.

Waar de eerdere Ziekenbussen minder goed beschikbaar waren voor mensen van het platteland, omdat zij niet in aanraking kwamen met de voorzieningen binnen de stad, maakte het nieuwe zorgstelsel hier een verschil in. Verschillende zorgverzekeringen werden ingevoerd, onder andere:

  • Commerciële fondsen;
  • Fondsen van artsen;
  • Bedrijfsfondsen;
  • Vakbond fondsen.

Van deze fondsen konden armere burgers lid worden, de staat betaalde dan de zorgkosten in ruil voor een kleine bijdrage. Rijke burgers waren zelf in staat om de kosten te betalen en maakten hier dus geen gebruik van. Nog steeds was het aansluiten bij een ziekenfonds niet verplicht. De zorg was dus alleen ingericht voor mensen die actief gebruik wilden maken van een verzekering. Al bleek snel, dat de fondsen toch te duur waren voor de aller armste mensen. Hierdoor konden de mensen die de zorg vaak het hardste nodig hadden, alsnog geen gebruik maken van de zorgverzekeringen. 

De ontwikkeling van de hoeveelheid mensen die bij een fonds terecht konden in de periode van 1926 tot 1936 is te zien in de tabel bij afbeeldingen 'aantal mensen lid bij een ziekenfonds'. De stijging van 31 naar 39% laat zien dat meer mensen aansloten bij een ziekenfonds, maar dat nog steeds meer dan de helft van de mensen niet verzekerd was.