Cor Gransbergen (1928-1921)was de zoon van Cor Gransbergen en Janke Wiersma. Hij was getrouwd met Hennie Meijer en had 2 dochters.
Cor, wie kent hem niet. Hij zat vol verhalen en vertelde ze graag. Was er iets over walvissen te doen, een bultrugstranding, een tentoonstelling of een lezing, dan was Cor Gransbergen van de partij. Scheepvaart in het algemeen had zijn belangstelling.
Hij voer na de Tweede Wereldoorlog mee in de vloot van de Willem Barendsz, die bij de Zuidpool op walvissen joeg. Nederland had toen de traan hard nodig en opende voor een jaar of 18 de walvisjacht. Gransbergen was geen harpoenier of speksnijder, maar werkte in de kombuis. Vaak genoeg stond hij aan de reling om de jacht en het werk aan boord te aanschouwen. Wat hij zag sloeg hij op om er tientallen jaren over te vertellen. Bijna 70 jaar putte Cor uit die ervaringen. Hij kwam er mee op de radio, er werden televisie documentaires gemaakt waarin hij werd geïnterviewd en hij schreef er in 2018 samen met zijn vrouw Hennie een boek over.
Wat hij in de Zuidelijke IJszee aan walvissen had gezien etste hij in zijn geheugen. Hij prees de sierlijkheid en het gedrag van de dieren. Hij gruwde dan ook van de plompe vorm van de betonnen blauwe vinvis aan de Strandweg bij Nes. De verDisneyde walvis vond hij verkeerde informatie en een belediging voor het ranke dier, dat, ondanks zijn status als grootste zeezoogdier van de wereld, zich gracieus voortbeweegt.
“Meäske, kom us efkes, mot je es luustere.” En dan kwam er een verhaal. En nog een tweede en daarna nog een. Wie naar Cor Gransbergen ging voor informatie kon er maar wat tijd voor uittrekken. Dat “Kom us efkes, mot je es luustere” zal gemist worden, door de meisjes en jongens, de mannen en vrouwen, door iedereen die Cor gekend heeft, met hem heeft gewerkt en hem heeft gesproken voor een uitzending of artikel.
We mogen ons gelukkig prijzen dat zijn mooiste verhalen een plek hebben gekregen in “Een walvis als boterham.” Dan kunnen we het nog eens lezen. Zijn stem klinkt na.
Bron: Persbureau Ameland.