In vroegeree tijden zijn ook Luthersen op Ameland gevestigd geweest. Hun aantal is steeds zo klein geweest, dat zij nooit een eigen gemeente hebben kunnen vormen. Reeds in 1658 zijn Luthersen van Ameland als leden in het Enkhuizer register aangetekend. In de 18-e eeuw was het aantal Luthersen op Ameland groot genoeg om twee of drie keer per jaar de overkomst van een predikant uit Leeuwarden te wettigen. Ds. Christoph Anton Muller en zijn zoon P.L. Statius Muller bezochten Ameland regelmatig, maar hun opvolger Christiaan Lodewijk van Dalem vond dat de Amelanders maar naar Leeuwarden moesten komen. In 1767 pikte Wilhelm Gotlieb Jutting de draad weer op, Ameland telde destijds 30 leden en 20 kinderen.
Lange tijd zijn de samenkomsten bij één van de geloofsgenoten thuisgehouden. Toen dat niet langer kon wendden de Lutherse Amelanders zich tot hun landsheer Willem V, prins van Oranje, met het verzoek deze godsdienstoefeningen in de kerk van de hervormde gemeente te Ballum te mogen houden. Dat mocht.
Toch nam het aantal Luthersen af, zodat er vanaf het begin van de 19-e eeuw geen eigen diensten meer werden gehouden.