Iedere rederijkerskamer heeft een eigen blazoen. Het fungeert als een soort merkteken, visitekaartje en reclamebord tegelijk.
Zo’n blazoen is van hout gemaakt en heeft de vorm van een ruit of een ovaal. De rand wordt vaak uitgesneden en mooi versierd. Erop staat altijd de lijfspreuk van de betreffende kamer. In Vlaardingen is dat ‘Aensiet Lieft’.
Op alle blazoenen zijn prachtige olieverfschilderingen te zien, waarbij ook hier weer veel symboliek gebruikt wordt. Meestal ontbreekt de naam van de schilder.
Als er een wedstrijd in het vooruitzicht ligt, maken de kamers van te voren een blazoen dat ze cadeau geven aan de organiserende kamer. Dat blazoen lijkt veel op het origineel. Vaak schildert men er nog het jaartal van de wedstrijd op.
De blazoenen worden plechtig aangeboden en gaan vergezeld van een gedicht dat de voorstelling die erop staat, verklaart. Hier is natuurlijk ook weer een prijs mee te winnen.
De in 1616 door de te gast zijnde rederijkerskamers aan ‘d’ Akerboom’ geschonken blazoenen zijn gelukkig bewaard gebleven. Ze zijn na 1749, toen de kamer al ontbonden was, in handen gekomen van het toenmalige stadsbestuur. Je kunt ze bekijken in de Oude Hal en de trouwzaal van het Stadhuis op de Markt.
Van de wedstrijdbundel ‘Vlaerdings Redenrijck-bergh’, waarin alle teksten van de gedichten, zinnespelen, liederen en refreinen te lezen zijn, bezit het Stadsarchief enkele exemplaren. De overige exemplaren, die in het jaar 1617 door de Amsterdamse drukker Cornelis Fransz. in een onbekende oplage gedrukt werden, zijn her en der verspreid te vinden in bibliotheken en bij particulieren in binnen- en buitenland.