De Grondwet van 1848, ook wel bekend als de Thorbeckiaanse Grondwet, was een baanbrekend moment in de geschiedenis van Nederland. Het markeerde de overgang van een constitutionele monarchie naar een parlementaire democratie en legde de basis voor de moderne Nederlandse rechtsstaat.
De Grondwet van 1848 was het resultaat van politieke veranderingen en maatschappelijke onrust in Nederland in de 19e eeuw. Het beperkte de macht van de koning en versterkte de rol van het parlement, bestaande uit de Eerste en Tweede Kamer. De grondwet introduceerde onder andere het principe van ministeriële verantwoordelijkheid, waarbij ministers verantwoording moesten afleggen aan het parlement, en waarin de macht van de koning werd ingeperkt.
De Grondwet van 1848 legde ook de basis voor belangrijke burgerlijke vrijheden, zoals de vrijheid van godsdienst, meningsuiting, en vereniging. Het waarborgde de rechten van burgers en legde de basis voor de bescherming van individuele vrijheden en gelijkheid voor de wet.
Deze grondwet betekende een belangrijke verschuiving in de Nederlandse politieke structuur en cultuur, waarbij de macht van de koning werd beperkt en de macht van het parlement en de rechten van de burgers werden versterkt. Het diende als een belangrijk fundament voor de verdere ontwikkeling van de Nederlandse rechtsstaat en parlementaire democratie, en heeft nog steeds invloed op de hedendaagse politieke en juridische systemen in Nederland.