Stadsplattegrond van De Vou en Romeyn de Hooghe

Trotse stad in kaart gebracht

Apetrots was het bestuur van Rotterdam op de stad, eind 17e eeuw. Het geld stroomde binnen. Dat kwam vooral terecht bij de machtige regenten en kooplieden die ook het stadsbestuur vormden. Toen zij zagen dat andere steden prachtige plattegronden hadden, lieten zij er eentje maken door De Vou en De Hooghe. Op hun plattegrond zijn onderaan een Afrikaan en een inheemse man uit Amerika te zien. Zij bieden de Rotterdamse Stedenmaagd tropische producten aan. Zo staan zij symbool voor het feit dat Rotterdam zijn welvaart voor een flink deel dankte aan slavernij en uitbuiting in de koloniën.

Een rondje opscheppen
Eind 17e eeuw was Rotterdam de tweede koopmansstad van het land. Een elite van rijke kooplui, bankiers en regenten had het voor het zeggen en was trots op de stad. Toen het stadsbestuur ontdekte dat Amsterdam, Den Haag en Leiden rijkversierde stadsplattegronden lieten drukken, wilden zij niet achterblijven. De Rotterdamse kaart moest mooier, groter en duurder om de stad in al zijn glorie te laten zien. Kosten noch moeite werden gespaard. De bestuurders betaalden voor het afbeelden van hun familiewapen. In 1690 gingen Johannes de Vou en Romeyn de Hooghe aan de slag.

De makers
Meerdere vakmensen hebben aan de kaart gewerkt. De taakverdeling was waarschijnlijk als volgt. De Rotterdamse schilder Johannes de Vou tekende de twaalf stadsgezichten rondom de plattegrond en het stadsprofiel. De beroemde Amsterdamse graficus Romeyn de Hooghe kreeg de opdracht voor de gehele compositie en al het etswerk, waarvoor hij tweeduizend gulden ontving; De Vou moest het met minder dan honderd gulden doen. De Rotterdamse landmeter Pierre Ancelin was zeer waarschijnlijk verantwoordelijk voor de juiste afstanden en verhoudingen van de stadsplattegrond (de cartografie). Hij was, ook in het buitenland, beroemd vanwege zijn nauwkeurige kaarten van de Maas, die bedoeld waren voor de scheepvaart.

Waterstad
Op het stadsprofiel is te zien hoe de Maas druk wordt bevaren door grote schepen. Ook de Waterstad springt in het oog. Dit gebied, tussen Buizengat en Leuvehaven, ontwikkelde zich vanaf 1615 tot het centrum van de handels- en havenactiviteiten. Daar stonden ook de chique, dure, koopmanshuizen.

Een hele wand vol
In 1695 was de stadsplattegrond klaar. Hij had een flink formaat; de schaal was 1:1850. Het ‘bijwerk’ aan de randen was nog eens minstens zo groot als de kaart zelf. Alles bij elkaar was het een enorme wandplaat van 175 × 225 centimeter. Hij was samengesteld uit tien losse bladen met de kaart, twaalf stadsgezichten, plus de wapens van alle stadsbestuurders. Onderaan de wandplaat staat de Rotterdamse skyline uit 1694. Er werden 600 exemplaren gedrukt. Alle leden van het stadsbestuur kregen er een voor aan de muur van hun werkkamer. Ook werden de kaarten, ingebonden als een atlas, cadeau gedaan aan invloedrijke relaties. Bovendien waren ze te koop. Honderd jaar lang, tot 1795, bleef de kaart in gebruik.

Een pijnlijke boodschap
In onze tijd trekken vooral de twee figuren links onderaan de plattegrond de aandacht. Zij vertegenwoordigen de werelddelen Afrika en Amerika en reiken de Rotterdamse Stedenmaagd een hoorn des overvloeds aan, gevuld met allerlei exotische producten. Wij herkennen hen als uitgebuite en tot slaafgemaakte mannen. Terwijl de stad en de kaart schitterden door de koloniale rijkdom, bleef slavernij op deze kaart buiten beeld – of beter gezegd: de slavernij werd verbloemd.