Tussen de Utrechtse heuvelrug en de duinen van de Noordzeekust ligt een woest moeraslandschap dat wordt doorsneden door talrijke geulen van de Rijn. De rivier slingert met een vrij brede bedding door het landschap en treedt met grote regelmaat buiten haar oevers. Regelmatig verlegt de rivier haar loop door het landschap.
Langs de rivier vormt zich een brede strook van zand en klei, die als een lint door het veen loopt. Deze oeverwallen vormen de stroomruggen: hoge, droge en daarmee veilige plekken om te wonen. De lagere randgebieden blijven nat en zijn bebost met elzen, wilgen en moerasplanten.
De twee belangrijkste stroomruggen in ons gebied zijn de Oude Rijnstroomrug en de Heldammerstroomrug (Veldhuizen - De Meern). De Oude Rijnstroomrug heeft een breedte van 1½ à 2 km en loopt van oost naar west (ruwweg Vleuten - 't Zand). In de zomer wonen hier rondtrekkende jagers en verzamelaars.
Van de Oude Rijn is niet veel meer te zien, al slingeren een paar kleine slootjes langs oude loop van de toenmalige rivier oa in het Zand (Vuurvlindersingel en fietspaadje naar Dirck Hoetweg) en de Vikingrijn in Máximapark.