Godsdienstige gilden

Godsdienstige gilde 

Dit was de eerste fase van de gilden. Ze geloven in een heilige die hen bijstaat en beschermd, ook wel een schutspatroon genoemd. 

Je kunt hierin drie groepen gilden onderscheiden: 

1. Godsdienstige verenigingen en broederschappen

Het waren verenigingen die lid waren van een volk, met een godsdienstig doel. Het waren vaak mensen die een bepaald soort ambacht hadden, dat is een ander woord voor een beroep. Ze hadden hierbij een eigen schutterspatroon. dit hield in dat ze bijvoorbeeld een eigen altaar in de kerk of kapel hadden. De dorpsgilden waren kerkelijke broederschappen. Dit waren mensen die het karakter kregen van een schutterij. Sommige ambachtslieden zijn later nog uit de broederschappen ontstaan. Zoals de Rederrijkers. 

2. Schuttersgilden

Dit was een groep die was opgericht in de middeleeuwen, die eigenlijk hoorde bij de lokale militairen. Ze kregen de naam schutterij, die is ontstaan vanuit het schieten. Deze mensen die daarin zaten wilden graag hun dorp of stad beschermen en verdedigen. in onze tijd noemen  we deze mensen de politie, brandweer of iemand uit het leger. 

Leden en taken van de schutterij

• Sociale taak

Het waren vooral vrijwilligers die in deze gilden deelnamen. Ook de schutterij had vaak een eigen kapel en altaar. Ze moesten beveiligingstaken op zich nemen maar ook deden ze samen komen om allerlei zaken te bespreken, zoals wij het nu noemen te netwerken. Daarnaast wilde zij ook graag mensen ondersteunen die ziek waren of het nodig hadden door een armenkas op te richten. 

• Officieren 

Als je bij de schutterij wilde horen moet je burger of poorter zijn van de stad en je moest de kleding kunnen betalen. Daaronder vielen het aanschaffen van; een wapen, bevestigende kleding zoals een hoed met een pluim of een zijden sjerp. Het was daarnaast een steun voor het plaatselijke gezag, want je werd benoemd door het stadsbestuur. 

• Schutters

Een keer in de maand mocht je als schutter de wacht lopen onder leiding van een officier. De sleutels haalde je dan op bij de burgemeester

• Uitvoering taken 

Op wacht zitten in een hoog gebouw, zoals een kerktoren, waarop je over de stad uitkeek om de andere leden uit de schutterij te waarschuwen bij brand. Die mannen zaten vaak in een wachthuis. 

• Wapens

Ze gebruikte de handboog, de voetboog of een geweer. Grotere steden bezaten kanonnen die op de stadswallen stonden opgesteld. 

De Rederrijkers 

De rederijkerskamers zijn ontstaan in de 15e eeuw. Zij hielpen de geestelijkheid bij het regelen van kerkelijke feesten. Later organiseerde zij meer  dingen voor culturele verenigingen, zoals bij het helpen van het schrijven van een toneelstuk. Het bijzondere was dat hier vrouwen ook soms aan deel mochten nemen. 

3. Ambachtsgilden 

Deze groep onderhield de goddelijke dienst in een kerk. Daarbij kwamen de economische zaken.