Boerderijen en een kerk
Na de val van het Romeinse Rijk trokken veel mensen weg uit de streek die later Brabant zou worden genoemd. Ze verlieten hun boerderijen en de natuur nam het land weer over. Een enkeling bleef. De achtergebleven bewoners gaven oude prehistorische en Romeinse namen van de plaatsen door aan volgende generaties, zoals van de rivieren de Aa en de Dieze.
Begin negende eeuw bestond ’s-Hertogenbosch nog niet, maar de plaatsen Empel, Engelen, Orthen en Rosmalen al wel. Ze waren gebouwd op zandruggen dichtbij de rivieren de Maas en de Dieze. Hier was de grond vruchtbaar en de hoger gelegen ruggen overstroomden niet zo snel. De lagere natte gebieden werden gebruikt voor veeteelt. Grote delen van de omgeving, zoals moerassen en dichte bossen, waren hier ongeschikt voor.
Empele, Angrisa, Orthinon en Rosmalla
Dankzij een rijke man die Alfger heette, weten we nog iets meer over dit gebied. Uit een middeleeuws document blijkt dat hij in 815 veel van zijn bezittingen weggaf aan een Duits klooster. In ruil hiervoor hoopte hij dat de monniken voor hem en zijn familie zouden bidden en bij God een goed woordje voor hem konden doen.
Zijn bezittingen lagen in Empel (Empele), Engelen (Angrisa), Orthen (Orthinon) en Rosmalen (Rosmalla). Volgens het document bezat Alfger onder meer “In Orthen land om tien maten [graan] te zaaien en weidegrond, en in dat bos twee varkens”. Naast stukken land schonk hij het klooster ook een kerk in Empel. Dat in dit dorpje toen al een kerk stond, betekent dat deze plek toen al christelijk was. De Engelse monnik Willibrord was honderd jaar eerder de Noordzee overgestoken om het christelijk geloof te verspreiden in Europa. Blijkbaar was dit in Empel gelukt.
Muntschat
Daarnaast zijn er in dit gebied archeologische vondsten gedaan die meer vertellen over de handel en het dagelijks leven in de vroege middeleeuwen. Rond het jaar 840 verloor een rondreizende handelaar 22 zilveren munten in de moerassige grond bij de rivier de Dommel.
De helft van de schat bestaat uit Franse munten. De andere munten komen uit Friesland en uit een belangrijke handelsstad aan de Rijn die nu niet meer bestaat: Dorestad. Deze gebieden hoorden rond 800 allemaal bij het grote Frankische Rijk van keizer Karel de Grote.
Vikingen
Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische Rijk uiteen. Vikingen kwamen vanuit het noorden hier naartoe in de negende en tiende eeuw om handel te drijven of om plaatsen te plunderen. Zij hadden het gemunt op de handelsplaatsen langs de grote rivieren. Empel, Engelen, Orthen en Rosmalen bleven ondanks deze dreiging bestaan. Dat de Vikingen wel in dit gebied zijn geweest, weten we door een in Engelen gevonden Vikingmunt.