Mulder’s Fabriek

Industrie langs Gouwe en Oude Rijn

Een omvangrijke industrie, zoals Gouda (aardewerk, pijpen en kaarsen) of buurdorp Waddinxveen (meubels), heeft het boomkwekersdorp Boskoop nooit gehad. Toch was hier tussen 1945 en 2000 een belangrijk industrieel bedrijf gevestigd: Mulder’s Fabriek van Rollend Materieel en Landbouwmachines. Ook elders in de huidige gemeente Alphen aan den Rijn waren er in de twintigste eeuw enkele grote bedrijven die hun producten tot ver buiten de streek afzetten.

Op vrijdagmorgen 25 april 1947 was het feest bij Mulder aan de Parklaan. Klokslag elf uur mocht een deel van het fabriekspersoneel het werk even neerleggen. Buiten verzamelden de arbeiders zich voor een opgeknapte treinwagon, die was getooid met feestelijk groen en de nationale driekleur. Dit was niet zomaar een treinstel, bleek uit de tekst die op de wagon prijkte: ‘Daar gaat de 100e. Zet ’m op naar de 1000.’ Een jaar eerder was Mulder begonnen met het opknappen van treinstellen voor de NS. Veel materieel was tijdens de oorlog zwaar beschadigd geraakt – als het al niet verloren was gegaan of geroofd. Bij treinwagons zou het niet blijven. In de halve eeuw die volgde, zou een grote variatie aan ‘rollend materieel’ de fabriek verlaten.

 

Ambacht naar industrie

Mulder was niet de enige en ook niet de eerste fabriek in Boskoop. Ook elders in het dorp zorgde ‘industrie’ voor werkgelegenheid. Vaak was deze bedrijvigheid kleinschalig en had zij een direct verband met de kwekerijsector. Het ging onder meer om spanen (houten naametiketten) voor de boomkwekerij, rietmatten die tegen vorst beschermden, en kweekbakken en -kassen. Aan de oever van de Gouwe, en met name op de Zuidkade, was daardoor een bescheiden industriegebied ontstaan. In de twintigste eeuw gingen fabrieken grootschaliger werken, voor markten tot ver buiten de regio. Neem Haring, het bedrijf dat zich van scheepswerf ontwikkelde tot opslagtank- en apparatenfabriek. Of weegwerktuigenfabriek Prior, vervaardiger van industriële weegschalen.

 

Eén pand, veel verhalen
Mulder vestigde zich niet langs de Gouwe, maar op een andere handige locatie: naast de spoorlijn, waarop Boskoop in 1934 was aangesloten. De oorsprong van het bedrijf lag in Waddinxveen, waar het begin jaren twintig was begonnen als wagenmakerij. Daar liep het tegen de grenzen van de eigen groei aan. Toen na de Tweede Wereldoorlog de orders binnenstroomden, bleek uitbreiding op de oude plek echt niet meer mogelijk. In Boskoop stond evenwel een enorm pand leeg: het Floragebouw, dat in 1935 feestelijk was geopend als tentoonstellingsgebouw. Sindsdien hadden duizenden bezoekers zich hier vergaapt aan de mooiste bloemen en planten, en er theater- en filmvoorstellingen bezocht. Tijdens (en kort voor) de oorlog was het pand echter als paardenhospitaal en stalruimte gebruikt. Na de oorlog stond het er volledig uitgeleefd bij, en bovendien was de tijdgeest er niet naar om hier weer bloemen te tonen. De grote tentoonstellingshal en de nabijheid van het spoor maakten het uiterst geschikt voor Mulders overstap naar het buurdorp, in november 1945.

Landbouwwagens, dorsmachines, caravans en aanhangers: er was naast de treinstellen weinig dat Mulder niet bouwde. Zo assembleerde het bedrijf personenauto’s en vrachtwagens van merken als Panhard, Fiat, Volvo, Matador, Henschel en Hanomag. Later legde het zich toe op betoncentrales, constructiewerken, cementsilo’s en truckmixers. Werkten er in 1947 circa honderd mensen, in 1967 was dat gestegen tot zo’n 230. Een van de redenen waarom Mulder zo tot de verbeelding sprak, waren de speciale transporten. Optochten van tientallen kleurrijke cementwagens bijvoorbeeld, trokken flink de aandacht. Dat gold nog meer voor de enorme constructies die op grote opleggers onder politiebegeleiding de fabriek verlieten. Soms waren ze zo groot, dat ze maar net door de Boskoopse straten konden.

 

Industriële traditie

Niet alle dorpen in de huidige gemeente Alphen aan den Rijn hadden voor 1945 zo’n sterk agrarisch karakter als Boskoop. Vooral langs de Oude Rijn was van oudsher sprake van behoorlijke industriële bedrijvigheid. Al in de zeventiende eeuw stonden dicht bij het water fabrieken waar men stenen en dakpannen produceerde, hout zaagde en metselkalk brandde voor de snelgroeiende steden in de omgeving.

Sommige van deze bedrijven hebben lang bestaan. Het opmerkelijkste voorbeeld is kleiwarenfabriek Nieuw Werklust in Hazerswoude-Rijndijk, die in de zeventiende eeuw ontstond en pas in 2001 de deuren sloot. Een lange geschiedenis heeft ook de verf- en vernisfabriek die kunstschilder Lodewijk Varossieau in 1795 in Alphen stichtte. Na de Tweede Wereldoorlog blies directeur Albert van Wersch het verouderde bedrijf nieuw leven in met het merk Histor (van het Latijnse historia exit: ‘het verleden is voorbij’). Later ging Varossieau op in de multinational Sigma Coatings. De Alphense vestiging werd in 1993 gesloten.

In de twintigste eeuw kende de plaats Alphen aan den Rijn bovendien een omvangrijke levensmiddelenindustrie, met bedrijven als cacao- en chocoladefabriek De Baronie (1954-2001), Vruchtensap- en Jamfabriek C. Rok en Zoon (1810-1957) en Vruchtensap- en Conservenfabriek ’t Westland (1847-1925). In een gedeelte van het voormalige pand van ’t Westland in de Julianastraat begon Zijerveld’s Limonade Industrie in 1949 Coca-Cola te bottelen.

Ten slotte stond Alphen lange tijd bekend om zijn grafische industrie. In 1882 stichtte gemeentesecretaris Nicolaas Samsom een uitgeverij-drukkerij die gespecialiseerd was in de vervaardiging van standaardformulieren voor de overheid. Dat was een gouden vondst. Later ging Samsom op in een van de grootste uitgeefconcerns van Nederland, Wolters Kluwer. De productie is na 1987 verplaatst, maar het hoofdkantoor van deze multinational is nog altijd in Alphen gevestigd. De voormalige bedrijfsterreinen aan de Wilhelminalaan en de Prinses Margrietlaan hebben inmiddels een woonbestemming gekregen.

 

Het einde van Mulder

Ook Mulder’s Fabriek heeft de streek inmiddels verlaten. Tijdens de economische crisis van de jaren zeventig stagneerde de bouwsector en werd de concurrentiestrijd met lagelonenlanden feller. De orderportefeuille kromp, het personeelsbestand nam af en in 2000 verhuisde het bedrijf naar Dordrecht. Volgens sommigen was het fabriekspand toen rijp voor de sloop. De grote hal is daadwerkelijk afgebroken, maar het Floragebouw werd net op tijd op waarde geschat en is in 2001 aangewezen als rijksmonument. Waar voorheen een bonte waaier aan ‘rollend materieel’ in elkaar werd gezet, parkeren bezoekers nu hun auto’s voor een avondje uit in het prachtig gerestaureerde Floragebouw.

 

TEKST: SIEGER VERHART

 

BEZOEKEN

  • Gebouw Flora (Parklaan 4, Boskoop) is nu een evenementenlocatie, met horeca en casino.
  • Het voormalige kantoor van uitgeverij Samsom, nu Ammoniet Uitvaartbegeleiding (Wilhelminalaan 1, Alphen aan den Rijn).

VERDER LEZEN

Cees Bakker, ‘Fabriek Mulder beleefde goede tijden in Boskoop’, Paktijd nr. 19 (december 2001) blz. 10-13.

Wil Klaassen, Alphen aan den Rijn in bedrijf. Groene Hart in bedrijf-reeks 9 (Woerden 2007).

Gé Vaartjes, Flora. Meer dan een gebouw. HVB Flora Reeks 1 (Boskoop 2010).