Zeeman

Ontwikkeling van de middenstand

In 1967 begon Jan Zeeman (1942-2022) aan de Prins Hendrikstraat in Alphen aan den Rijn een textielwinkel. Hij introduceerde daar ‘zelfbediening’ en ‘kleding en textiel voor lage prijzen’. Al snel volgde een tweede vestiging in Zwanenburg en in 1969 een derde in Woerden. Zijn slogan ‘Je zou wel gek zijn als je meer betaalde’ bleek een voltreffer. Met inmiddels ruim 1300 ‘textielSupers’ in Europa, waarvan bijna 500 in Nederland, is Zeeman een markant voorbeeld van de oprukkende uniformering van de detailhandel, ook in Alphen aan den Rijn.

Zeeman

Aanvankelijk waren het kantoor en het magazijn van Zeeman in Zwammerdam gevestigd. In 1975 verplaatste Zeeman ze naar Alphen aan den Rijn, waar nog steeds het distributiecentrum staat. Het bedrijf groeide uit tot de grootste textieldiscounter van Nederland door de overname van andere textiel- en modeketens (zoals Gazan, Brons, Vinke, Vroom en Favetex).

Het is dus niet vreemd dat bijna elke plaats inmiddels een of meer Zeemanvestigingen heeft. In Alphen is Zeeman meegegroeid met het toenemende aantal inwoners. In de winkelcentra de Aarhof, de Herenhof en de Baronie zijn filialen. Ook in Boskoop is een Zeemanwinkel en wie in Benthuizen woont, kan in het aanpalende Zoetermeer kiezen uit maar liefst vier vestigingen.

Zeeman is daarmee een goed voorbeeld van een ontwikkeling in de winkelstraten, waar steeds meer particuliere winkeliers plaatsmaken voor winkelketens en grootwinkelbedrijven – denk aan Kruidvat, Gall & Gall, Blokker, Pearle en Action. Bouwmarkten verdrongen de doe-het-zelfzaken en verf- en behangwinkels, meubelboulevards zorgden voor het verdwijnen van veel lokale interieurwinkels en XL-supermarkten hadden de sluiting van menige groenteboer, slager of bakker tot gevolg. Ook zelfstandige witgoed- en elektronicazaken konden op den duur niet opboksen tegen giganten als de Mediamarkt.

 

Alphense middenstand

In Alphen begon deze ontwikkeling in 1962. Warenhuis V&D, dat sinds 1949 een kleine vestiging in de Raadhuisstraat had, opende toen aan de Van Boetzelaerstraat ‘de modernste supermarkt van Nederland’. De middenstand had daar nog nauwelijks last van. Vanaf midden jaren zeventig begon de neergang van de zelfstandige kruideniers in Alphen, met name door de komst in 1974 van een cash-and-carry (vanaf 1984: Hoogvliet). Zo zag kruidenier Cees Wortman aan de Hooftstraat zich gedwongen zijn levensmiddelenwinkel te sluiten. Hij had ‘dikwijls het idee dat de mensen alleen hiernaartoe kwamen omdat ze in de cash-and-carry iets waren vergeten’.

In Alphen houden een paar ondernemers het nog wel vol onder hun oorspronkelijke naam, zij het in wisselende bedrijfsconstructies. Zo is de firma Ponsioen & Zoon (sanitair, verwarming, stofzuigers enz., sinds 1839) nog steeds actief, ook al maakte de winkel aan de Van Mandersloostraat in 1978 plaats voor een vestiging van C&A. Andere voorbeelden zijn Apotheek Allart (sinds 1804), Rozestraten (haarden en smederij, sinds 1847) en Tuijn Juweliers (sinds 1891). De ijzerwinkel van P. van Beijeren en de galanteriewinkel van Bahlmann (later babykleding en sport) dateren van 1893 en Van Keeken Schoenen is sinds 1918 in Alphen gevestigd. Barend van Zwieten (muziekhandel en lijstenmakerij, later ook schilderbenodigdheden) opende in 1926 zijn deuren. Anno 2024 houdt nog één ‘ouderwetste’ buurtkruidenier uit de vorige eeuw stand: Oosterom’s Zelfbediening (sinds 1957), thans Buurtsuper ’t Rooie Dorp in de Grijpensteinstraat.

 

Ontwikkeling in kleinere plaatsen

Hoewel deze ontwikkeling in kleinere plaatsen in de Rijnstreek minder snel ging, moesten ook daar veel zelfstandige groenteboeren, bakkers en slagers het afleggen tegen de grote supermarkten. ‘Zelfstandige’ kruideniers, werkend onder de naam VéGe, de Spar of de Co-op, konden op den duur niet meer concurreren met grootgrutters als Albert Heijn en Hoogvliet.

Waren er anno 1964 in Zwammerdam nog zo’n vijfentwintig middenstanders, van een slager en kapper tot een kruidenier en radio- en tv-zaak, nu zijn er alleen nog één bakker en één supermarkt (na jaren afwezigheid). Ook in Aarlanderveen-Dorp zijn bijna geen winkels meer. In 2020 stopte Teun van Leeuwen (83) met de uit 1898 daterende bakkerij van zijn familie. In Benthuizen heeft de Dorpsstraat zijn functie als belangrijke winkelstraat verloren en kan men alleen nog terecht in het kleinschalige winkelcentrum De Korf.

Boskoop kent nog een relatief gevarieerd winkelbestand, met lokale ondernemers, maar ook daar heeft Hoogvliet inmiddels drie vestigingen en zijn er een Hema, Kruidvat, Bruna en Albert Heijn.

In Hazerswoude-Dorp sloot de bakkerij van Gerard Out (sinds 1910) in 1984 de deuren: vanwege ‘de moordende concurrentie van de supermarkten’ wilde de zoon van Gerard de zaak niet overnemen. En in Hazerswoude-Rijndijk ervoeren zelfstandige winkeliers de opening van een grote vestiging van Hoogvliet aan de Willem Kloosstraat (2017) als ‘een doodsteek voor de kleinere middenstand’. Nu zitten daar nog een verswinkel, een drogisterij en een warme bakker in de buurt.

Ook in de Prins Bernhardstraat in Koudekerk hebben zich nog enkele middenstanders weten te handhaven. Wel moest in die straat in 1997 de ‘winkel van sinkel’ van Marius en Gerry Geerlof de deuren sluiten. De opa van Marius was deze winkel ruim 75 jaar eerder begonnen als kruidenierswinkeltje aan de Hoogewaard: ‘De tijden veranderen hè, en daar moet je in meegaan. Er kwamen steeds meer producten met een stekker eraan en die moet je de klanten kunnen aanbieden.’

 

Lopend, met de auto, thuisbezorgd

Bij de hele ontwikkeling van buurtwinkel naar grootwinkelbedrijf speelt ook een rol dat de mobiliteit van het winkelende publiek groter wordt. Bovendien nemen steeds meer vrouwen deel aan het arbeidsproces. Dat verandert de manier van boodschappen doen. Mensen gaan niet meer dagelijks naar buurtwinkels – lopend of met de fiets ­–, maar rijden eens per week met de auto naar één supermarkt, waar zij alle noodzakelijke boodschappen in een keer aanschaffen. Daarbij vormen de lagere prijzen in de supermarkt uiteraard een belangrijke factor.

De opkomst van webwinkels én de mogelijkheid de dagelijkse boodschappen thuis te laten bezorgen zetten het voortbestaan van fysieke, stenen winkels nog verder onder druk. Het persoonlijke contact dat de buurtwinkels altijd boden, weegt kennelijk niet op tegen lagere prijzen en gemak. Zeemans slogan ‘Je zou wel gek zijn als je meer betaalde’ is niet alleen voor de textiel in zijn eigen winkels gaan gelden, maar bij de aankoop van alle producten.

 

TEKST: BERRY DONGELMANS

 

VERDER LEZEN

H.H.J. Allart en P. Leeflang (red.), 200 jaar Apotheek Allart (Alphen aan den Rijn 2005).

Berry Dongelmans, Koop lokaal! 1919-1982. Winkelweken, reclameacties en huishoudbeurzen van de middenstand in Alphen aan den Rijn (drie delen; Alphen aan den Rijn 2023-2024).

Piet Hoeksel, 150 jaar Ponsioen (Alphen aan den Rijn 1989).

Willem Kruiswijk, Nadruk verboden (Boskoop 2023).

Arjan van ’t Riet, Henk Jan Habermehl en Marloes Rijkelijkhuizen, Het leven in Alphen aan den Rijn vanaf het midden van de 19e eeuw. Deel 2: Middenstanders en markthandel (Vianen/Alphen aan den Rijn 2016).