13. Fenne zet haar voet dwars

Tovenaressen in het Westerkwartier

Behalve in God geloven mensen eeuwenlang in geesten, kabouters, monsters en andere wonderwezens. Ook geloof in tovenarij is springlevend. Vooral ná de Middeleeuwen krijgen mensen last van heksenwaan. In verschillende golven worden duizenden vrouwen in Europa als tovenaressen of heksen verbrand. Ook in het Westerkwartier staan tussen 1543 en 1562 tientallen ‘tovenaarsen’ terecht. Een aantal van hen overleeft dat niet, maar anderen zetten met succes hun voet dwars.

Bijgeloof

In de Middeleeuwen geloven mensen in God en ook in heiligen. Bidden voor een heiligenbeeld, maar ook het aanraken van een overblijfsel van zijn of haar lichaam - een ‘heilig boontje’ is een relikwie - zou helpen bij ziektes en ander ongemak. Mensen geloven daarnaast in wonderen, zoals ze ook geloven in geesten, kabouters, monsters en andere wonderwezens. Zulke verhalen zijn stokoud en leven ook lang voort: in de vroege twintigste eeuw vertellen mensen ze nog steeds.

Sommige vrouwen en ook mannen kennen de werking van kruiden, planten en gebeden en verdienen wat bij als kruidendokter of als vroedvrouw. Tussen 1450 en 1790 breken er op verschillende plekken in Europa en ook in Noord-Amerika golven uit van heksenwaan en heksenvervolging. Vooral arme, oudere kruidenvrouwen worden ervan beschuldigd mensen en dieren te betoveren. Tienduizenden vrouwen en enkele duizenden mannen overleven zulke schijnprocessen niet.

In de Nederlanden komen heksenvervolgingen niet heel veel voor. Om onrust te voorkomen verleent Keizer Karel V de waag in Oudewater bij Utrecht in 1545 het recht om mensen te wegen. Van heinde en verre trekken beschuldigde vrouwen en mannen naar die heksenwaag – waar niemand ooit te licht is bevonden. Heksenprocessen vinden in de Nederlanden wel plaats, maar vaak ver weg van Oudewater, zoals in de omgeving van Roermond, in Westerwolde én in het Westerkwartier.

Vervolgingen

In 1547 bereikt een golf van heksenwaan vanuit Oost-Friesland de Ommelanden. Hiddo Jensema, hoofdeling op Humsterland, schrijft het allemaal op. Zo weet hij dat in de Ommelanden tussen 1547 en 1562 vijfendertig tovenaressen en tovenaars ter dood veroordeeld worden. In de stad gebeurt dat niet: in Groningen en Leeuwarden geloven bestuurders niet meer in tovenarij. Veel gewone mensen en ook Jensema geloven er nog wel in, en vinden dat deze ‘boesheyt’ fel bestreden moet worden – God zou de mensen anders hard kunnen straffen.

Veel klachten die Jensema bespreekt gaan over betoverde koeien of betoverde melk. Komt een beschuldigde vrouw voor de rechter, dan wordt ze gemarteld en bekent ze alles, van het betoveren van dieren en het koren op het veld, tot het hebben van seks met de ‘boese viant die duvel’. Het overkomt Katherina toe Mensema die in 1552 op de uterdijk (uiterwaarden) van Humsterland wordt verbrand. Eerder al zijn twee tovenaressen in Midwolde gevangen gezet en omgebracht, en ook in Sebaldeburen, Ezinge en Zuidhorn zijn er doodvonnissen.

De voet dwars

De rechtspraak is in handen van de grietmannen. Hun uitspraak is onherroepelijk - een hoger beroep is onmogelijk. Als iemand jou beschuldigt ben je dus je leven niet zeker. Eén manier om hieraan te ontsnappen is om ‘de voet dwars te zetten’. Als de aanklager de beschuldiging niet waar kan maken, dan spreekt de rechter alsnog de doodstraf uit – maar nu tegen de aanklager. Dat risico nemen mensen vaak niet - tovenarij is moeilijk te bewijzen. Fenne Jacobs woont in het Washuis aan het Aduarderdiep bij Leegkerk en heeft maar één oog. Ze wordt beschuldigd van tovenarij, maar haar volwassen zonen sporen haar aan om haar voet dwars te zetten. Zo weet ze te ontsnappen aan een wisse dood.

 

Thematische lijnen

  1. Wat geeft betekenis? – zingeving en levensbeschouwing
  2. Wat weten wij? – kennis, wetenschap en innovatie
  3. Wie telt er mee? – sociale (on)gelijkheid

Verwijzingen