Rembrandt van Rijn
Hollandse meester
Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1606-1669) verhuist in 1631-32 vanuit zijn geboortestad Leiden naar Amsterdam, het belangrijkste handelscentrum van de Republiek. Hij was een bekend en veelgevraagd portrettist. Hij schilderde in 1639 bijvoorbeeld het schilderij van Maria Trip, een rijke koopmansdochter. Het kant op haar jurk, haar sieraden, de strikbroche en een kostbare waaier getuigen van dure geschenken uit het Oosten. Dat zij werd geportretteerd was een teken van status en rijkdom, het schilderij werd waarschijnlijk in huis opgehangen.
Rembrandt van Rijn was calvinistisch opgevoed, maar in Amsterdam gaf hij de voorkeur aan contacten met leden buiten de Kerk. ‘’Buiten de Bijbel aanvaarden zij geen enkel gezag. Hun idealen spreken uit Rembrandts Christus geneest de zieken (1648-1650).’’ (Fleming, 2009)
Hij gebruikt de dynamische lijn in de compositie als die van de barok, maar het gaat hier meer om de genezing van de geest dan van het lichaam.
‘’Geen kunstenaar heeft ooit de verschoppelingen van de samenleving, de armen en de mislukkelingen met groter mededogen uitgebeeld dan Rembrandt, en in deze prent beslaan zij de rechterhelft; de goed gekleden en de gezonden staan aan de andere kant. Allen zijn even diep in gedachten verzonken, staan in verbinding met iets wat hen boven zichzelf doet uitstijgen.’’ (Fleming, 2009)
Zo’n voorbeeld van het mededogen van Rembrandt uit zich in het schilderij Terugkeer van de verloren zoon, ca. 1669. De lichte druk van de handen van de vader op de vermoeide zoon voel je haast als je er zelf naar kijkt. Diepe en sombere kleuren geven de boodschap van het verhaal een kalme kracht. De zoon komt vol berouw terug bij de vader die hem vergevend omarmd.