Dolle Mina
In de eerste feministische golf, van ongeveer 1880-1925, streefden feministen naar actief en passief stemrecht voor vrouwen en toegang tot hogeschool en universiteit. Deze actiebeweging viel grotendeels stil nadat de hoofddoelen waren bereikt en door de economische crisis rond 1930. In de oorlogsjaren 1939-1945 veranderde het denken over de rol van de vrouw sterk en werden ze bijvoorbeeld in landen als Engeland, Duitsland of de Verenigde Staten ingezet in fabrieken om mannen die in het leger dienden te vervangen. In de naoorlogse jaren werd de klok weer gedeeltelijk teruggedraaid. Vrouwen die in fabrieken werkten werden naar huis gestuurd, ze werden uit vakbonden en andere maatschappelijke organisaties gezet en de nieuwe moraal was dat vrouwen in de regel niet geacht werden buitenshuis te werken, maar gelukkig werden door thuis onbetaald voor hun echtgenoot te zorgen, de kinderen op te voeden en het huishouden te organiseren. In Nederland werden werkende vrouwen ontslagen zodra ze trouwden, voor ambtenaren was dit wettelijk geregeld. In Nederland konden getrouwde vrouwen niet zelfstandig wettelijke handelingen verrichten zoals het sluiten van een contract (handelingsonbekwaamheid).
De Amsterdamse groep dacht allerlei acties uit met veel gevoel voor publiciteit. De eerste actie was op 23 januari 1970 de bezetting van Kasteel Nijenrode, waarin de Business School was gevestigd die tot op dat moment vrouwelijke studenten weigerde tot de opleiding. Het College van Bestuur van dit instituut werd streng toegesproken door Nora Rozenbroek. Dezelfde dag werd deze actie afgesloten met een openbare korset-verbranding bij het standbeeld van Wilhelmina Drucker (naar wie de naam Dolle Mina verwijst), in navolging van de feministes uit de eerste golf die in het openbaar hun korsetten verbrandden. Dat haalde alle kranten en 's avonds werd er het actualiteitenprogramma Brandpunt melding van gemaakt, waarbij Rita Hendriks waarschuwende woorden sprak voor alleenlopende mannen op straat.
-
Aletta naar de universiteit
Aletta Jacobs wordt op 20 april 1871 toegelaten tot de universiteit van Groningen. Ze is de allereerste vrouw die in Nederland officieel naar de universiteit mag!
Niet iedereen is het ermee eens dat er een vrouw mag studeren. Aletta krijgt boze brieven. En in de kranten verschijnen nare stukjes over haar. Maar niemand kan Aletta afhouden van haar droom om dokter te worden. Ze studeert hard en haalt goede cijfers. Zeven jaar later studeert ze af. Aletta is dan de eerste vrouwelijke dokter van Nederland. Steeds meer meisjes volgen Aletta's voorbeeld en gaan studeren.
Tegenwoordig is bijna de helft van alle huisartsen een vrouw. Dat is allemaal dankzij Aletta! -
Dokter Aletta
Als Aletta haar diploma heeft gehaald, gaat ze in Amsterdam wonen en werken. Aletta is de eerste vrouwelijke dokter in Nederland. In de wijk waar Aletta dokter is, wonen veel arme arbeidersgezinnen. Die hebben geen geld om de dokter te betalen. Daarom houdt zij op dinsdag en donderdag een gratis spreekuur.
Het eerste voorbehoedsmiddel en voorlichting
In de Amsterdamse Jordaan verleende Aletta Jacobs gratis consulten aan arme vrouwen. Veertien jaar lang, iedere week twee keer. Ze zag in de praktijk hoezeer opeenvolgende zwangerschappen een lichaam konden uitputten. Had God het zo bedoeld, zoals de gelovige conservatieven zeiden? Dat dacht ze niet.
Dankzij haar voortgaande wetenschappelijke studies onderzocht ze een voorbehoedsmiddel - het pessarium - dat via de Duitse arts Mensinga in haar bezit kwam. Ook werd zij lid van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, die voor geboorteperking was. Dit leverde haar veel kritiek op.'Wat al schijnheiligheid heb ik in die dagen leren kennen! En nu denk ik o.a. aan predikanten, die openlijk tegen de voorbehoedmiddelen waarschuwden, doch hunne vrouwen naar mijn spreekuur zonden voor het inwinnen van advies. Medici kwamen mij opzoeken met het doel om te vernemen hoe de door mij aangeprezen middelen moesten worden toegepast, maar terzelfder tijd schaarden zij zich in het openbaar aan de zijde mijner tegenstanders'.
-
Boycot winkels zonder zitgelegenheid
Aletta ziet dat veel vrouwen zwaar werk moeten doen. Winkelmeisjes moesten bijvoorbeeld wel 11 uur lang achter de toonbank staan. Aletta Jacobs besloot aandacht te vragen voor deze zaak.
In januari 1894 publiceerde ze een oproep aan de vrouwen in Nederland om in winkels zitgelegenheid voor de winkeljuffrouw te verlangen. Als die eis niet werd ingewilligd, moest men als klant de betreffende winkel voortaan mijden. Een nationale discussie barstte los.
Medici verklaarden zich tegen Jacobs en haar idee, maar er ontstonden ook vrouwencomité's die er juist voor waren. De bladen en kranten stonden bol van de artikelen.
Uiteindelijk kwam er in 1903 een wet waarin zitgelegenheid voor de winkelbediende verplicht werd gesteld.
Vensterplaat