Na de drooglegging van de Wieringermeer en de aanleg van de Afsluitdijk was het geld op. Dit kwam door een wereldwijde economische crisis. Door de hoge kosten dreigde de droogmaking van de Zuiderzee gestopt te worden. Daar stak een politicus, Hendrikus Colijn, een stokje voor. Hij vond dat de inpoldering van het IJsselmeer door moest gaan. Hij zorgde ervoor dat er in 1935 een definitief plan werd gemaakt voor de Noordoostpolder. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd de dijk aangelegd, het eerste werk dat gedaan moet worden om een polder droog te maken. Hierna werd het water weggepompt zodat de Noordoostpolder in 1942 drooggemalen was. Oostelijk Flevoland volgde in 1957. Daarna werd het tweede deel van Flevoland drooggelegd. Zuidelijk Flevoland ontstond in 1968. De laatste polder die volgens Plan-Lely zou droogvallen, zou de Markerwaard worden. Die is er nooit gekomen. Wel was er al een dijk aangelegd, die nu de verbinding is tussen Lelystad en Enkhuizen.
Foto: Drooggevallen Noordoostpolder met aan de horizon Schokland. (Fotocollectie Batavialand; Directie Wieringermeer)