Het ging om de Liemers met de gemeenten Zevenaar en Duiven en verder Huissen, Malburgen en Wehl en de dorpen Hulhuizen, Leuth, Kekerdom en Lobith met onder meer de Bijlandsche Waard. Het feit dat deze gebieden onder de rook van Arnhem en Nijmegen lagen, maar staatkundig tot een ander land behoorden, met andere wet- en regelgeving en andere religieuze verhoudingen, had tot strubbelingen geleid. De Bataafse Revolutie van 1795 bracht een politieke en staatkundige ontwikkeling op gang die uiteindelijk geleid heeft tot de overgang van de enclaves naar Gelderland. In ruil stond Nederland de vesting Schenkenschans plus een gebied tussen 's Heerenberg en Emmerik aan Pruisen af.
De Kleefse enclaves
De Liemers komt bij Gelderland
In 1816 en 1817 werd het territoir van de provincie Gelderland uitgebreid met een aantal gebieden die bekend staan als de Kleefse enclaves. Dat waren kleine territoria die vanaf de late Middeleeuwen in handen waren geraakt van de hertogen van Kleef en later deel uitmaakten van het koninkrijk Pruisen.