Een voorbeeld van zo'n bedrijf is de zeepfabriek van Dobbelmann die in 1895 in Bottendaal werd geopend. Een aantal onderdelen van deze fabriek is bewaard gebleven, waaronder de fabriekspijp.
Het eerste Nijmeegse bedrijf met een stoomketel was zeepfabriek Het Anker in de Lange Brouwersstraat. In 1845 kocht Johann Peter Dobbelmann deze fabriek. Zijn zoon Theodoor Dobbelmann nam hem al snel over. In 1895 verwoestte een enorme brand Het Anker. Daarna werd een veel grotere fabriek gebouwd in Bottendaal. Begin twintigste eeuw Dobbelmann één van de belangrijkste zeepfabrieken van Nederland.
Een ander voorbeeld is de firma Terwindt en Arntz, opgericht in 1857. De eigenaars kochten een groot aantal steenfabrieken op en gingen grote steenovens gebruiken om goedkoper bakstenen te kunnen maken. De ovens waren onafgebroken aan het werk. Omdat het vaak moeilijk was voldoende arbeiders te vinden, werden baggermolens, kleimachines en steenpersmachines gekocht. Eerst werkten deze nog op mensenkracht of paardenkracht. Na 1875 werkten ze op stoom.
Ook drukkerij Thieme was een vernieuwend bedrijf. Rond 1850 verving het bedrijf de handpers door een stoompers. In 1887 werd een nieuwe, veel grotere drukkerij gebouwd waar 120 mensen werkten. Rond 1900 schakelde Thieme van stoom over op gas en elektriciteit. Hierdoor ging het drukken nog sneller.