Met de bronstijd, vanaf 4.500 jaar geleden, begon onder invloed van volken die hierheen kwamen een periode met nieuwe landbouw en veeteelt methoden, introductie van het metaal, van paarden en wagens, en met intensieve handelscontacten dwars door Europa. Deze volken brachten hier ook de Indo-Europese talen.
Scheuterdijk
Van die grafheuvels zijn er hier nog maar twee goed herkenbaar (en officieel als monument beschermd), één bij de Scheuterdijk in Eefde en één aan de Stopsdijk bij Almen. Mogelijk zijn er meer en het moeten er zelfs tientallen geweest zijn. In de negentiende eeuw zijn er veel opgegraven en daardoor verdwenen. Bij de opgravingen zijn urnen gevonden en bronzen voorwerpen. Die zijn nu opgenomen in museum collecties elders of in privé collecties.
Twentekanaal
Vermoedelijk hebben ook hier de grafheuvels in groepen en langs handelsroutes gelegen, zoals nu nog op de Veluwe is te zien. Door ontginning, de aanleg van landgoederen, ruilverkaveling en de aanleg van het Twentekanaal zijn ze verdwenen.
Oude steentijd
De bronstijd was een periode van grote veranderingen, maar deze streken waren al veel langer bewoond. Uit opgravingen en toevallige vondsten weten we dat hier al vanaf de laatste ijstijd, 13.000 jaar geleden, mensen hebben geleefd. Toen het klimaat na de ijstijd verbeterde ontstond er een toendra steppe met onder andere rendieren waar mensen achteraan trokken en op joegen: het late paleolithicum (oude steentijd). Hun stenen werktuigen vinden we terug. De eerste groepen noemen we de ‘federmesser cultuur’ naar hun kenmerkende werktuigen, hier bekend van een vondst bij Almen.
Midden steentijd
Toen het warmer werd, vanaf 9.000 jaar geleden, ontstonden er open bossen en begroeide beekdalen, waar mesolithische (midden steentijd) jager-verzamelaars een rijke dis aan vis, gevogelte en kleinwild aantroffen, naast veel eetbare planten. Op meerdere plaatsen, zoals bij Epse noord zijn resten van jachtkampjes aangetroffen en hun stenen werktuigen.
Nieuwe steentijd
Vanaf ongeveer 6.500 jaar geleden kwamen nieuwe bewoners naar deze streken met een andere manier van leven, landbouw, het neolithicum (nieuwe steentijd). Die kwamen deels via Zuid-Europa onze kant op vanuit wat nu Limburg is. Een ander deel kwam vanuit Midden-Europa. Zo is bij Beukenstein, bij Ampsen, bij opgravingen bewoning uit die periode aangetroffen waaronder karakteristiek aardewerk. Deze vroege bewoners van Lochem hadden een voorkeur voor het overgangsgebied van een nat beekdal naar hoger gelegen drogere grond. Daar vonden ze alles wat ze nodig hadden. Tot in de bronstijd waren dat de beste locaties.
Rechten
Jan Venselaar 2021, CC-BY-NC-SA