Landbouwcoöperatie
Vanaf de dertiende eeuw zijn in Oost-Nederland marken opgericht, een vroege vorm van landbouwcoöperatie. De eerste vermelding van de marke Ampsen dateert van 1440. In markeboeken werd getrouw verslag gedaan van alles wat er in de marke gebeurde: de markevergaderingen, mededelingen over het beheer, controles op ontginning en behandeling van verzoeken tot toetreding. De elf marken rondom Gorssel waren Almen, Angeren, Dorth, Eefde, Epse & Dommer, Eschede, Gorssel, Harfssen, Rijsselt, Schoolt en Wolfeler. De zeven marken rondom de stad Lochem waren Ampsen, Barchem , Exel, Groot & Klein Dochteren, Nettelhorst, & Langen, Verwolde & Laren & Oolde en Zwiep & Boschheurne.
Gewaarden
Voor de markegenoten gold het markerecht. Daarin waren regels over het onderhoud van de gronden en de verplichte vergaderingen vastgelegd. Ook stond genoteerd hoeveel stuks vee iemand in een bepaalde periode op de woeste gronden mocht weiden. Het recht tot gebruik werd in ‘waeren’ uitgedrukt. Zo kende men bijvoorbeeld ‘volle waeren’, dan mocht de bezitter daarvan honderd schapen weiden. De gerechtigden in de marke heetten gewaarden, markegenoten of erfgenamen. Aan het hoofd van de marke stond de markerichter of holtrichter, meestal een edelman die veel ‘waeren’ in de marke bezat. Vaak as deze functie verbonden aan een bepaald erf, in dat geval erfmarkerichter genoemd.
Nering
Elk jaar kwamen alle markegenoten bijeen voor een zakelijke, maar ook feestelijke markevergadering. Daar werden zaken geregeld als het wegonderhoud, het afrasteren van weiden en het kappen van hout; en er werd kooplieden en herbergiers ruim nering geboden.
Opheffing
De Bataafse revolutie in 1795 en de invoering van enkele staatsregelingen, begin negentiende eeuw, zorgden voor definitieve opheffing van de markten, halverwege de negentiende eeuw. Ze waren en rem geworden op vernieuwing van de landbouw en verdere ontginning van woeste grond. En sommige deelnemers wilden liever hun rechten te gelde maken.
Rechten
Wout Klein 2021, CC-BY-NC-SA