Ze liggen nu een beetje verstopt in het bos, aan de rechterkant van het kasteel, aan de oude Ruurlose Beek, een aftakking van de Baakse Beek Vermoedelijk was er al een watermolen op deze plek bij Kasteel Ruurlo in het midden van de zestiende eeuw. Dit is bekend uit gedocumenteerde geschillen over de waterhuishouding in het Ruurlose Broek. Er zijn twee verhalen over bekend.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog was de koning van Spanje, Philips II de machtigste man van het westelijk halfrond. Hij had in Nederland hertog Alva aangesteld. Alva had een kapper, een 'barbier'. Die heette Lambert Noey. Lambert wilde in 1572 het Ruurlose Broek voor veertig jaar huren, want hij had een wild plan. Hij wilde een kanaal graven naar de Berkel, zodat het water van het Broek altijd direct weg kon. Als het Broek dan het hele jaar droog stond, kon hij mooi gewassen op het droge land verbouwen en daarmee flink geld verdienen! Joost en Jacob van Heeckeren hebben daar een stokje voor gestoken, omdat er anders niet meer genoeg water was om de watermolen bij het kasteel te laten draaien.
In 1601 was het Groenlo dat een eigen kanaal wilde graven direct naar de Berkel. Dan konden ze met bootjes hun handel vervoeren via de IJssel en zo de zee op. Joost van Heeckeren verzette zich er samen met zijn medemolenbezitters van de Wiersse, Hackfort en Vorden tegen. Als het kanaal er was gekomen, waren deze molens droog komen te staan. Door de Tachtigjarige Oorlog is het gelukkig ook nooit wat geworden met het wilde Groenlose plan!