Merovingers
Het grafveld bestaat uit brandgraven en lijkgraven. Bij de ongeveer 40 brandgraven werden de urnen met de as bijgezet. Zij behoren tot de oudste periode, Dit was de Merovingische tijd. In 458 na Chr. kwam de vorst Childeric aan de macht en uit zijn Frankische afstammelingen ontstond de Merovingische dynastie. Deze dynastie heerste tot Karel de Grote en zijn nakomelingen, de Karolingers, het van hen overnamen.
Graven
De lijkgraven dateren van na 700 na Chr. De lichamen liggen hierbij allemaal in de lenterichting west-oost, hetgeen verwijst naar een christelijke wijze van begraven. Hoogstwaarschijnlijk zal er in de eerste helft van de achtste eeuw een overgangsperiode zijn geweest waarbij beide typen naast elkaar voorkwamen.
Een groot deel van de gevonden graven waren zonder vondsten, maar er zijn er een paar die aangeduid kunnen worden als wapengraven. Deze hebben dan ook de meeste bijgiften, afkomstig uit de zesde en zevende eeuw. Een opvallende vondst was een hanger in de vorm van een kruis. Dit zou kunnen worden gezien als een teken van kerstening, maar hier zijn verder geen aanwijzingen voor.
Christelijke gebruiken
Na circa 800 raakt het grafveld in onbruik als begraafplaats. Wellicht hangt dit samen met het christelijk gebruik om de doden bij de kerk te begraven. Dit zou er op kunnen duiden dat omstreeks die tijd in Putten een eerste kerk zou zijn gesticht.
Geldstromen
Kerkstichting vergt wel de steun van invloedrijke personen. Dat die er rond 800 waren, blijkt uit hun schenkingen van goederen in Putten en directe omgeving aan de door Liudger gestichte proosdij te Werden zoals van Hiddo en Madalgarda in 806 en van Folckerus in 855. Deze laatste woonde in de omgeving van Rhenen, maar hij had vele bezittingen in Putten, dat in de schenkingsakte voor het eerst bij name genoemd wordt. In de akte van 806 wordt de boerderij Bochhursti (nu Groot Bokhorst) genoemd. Dit nog steeds bestaande bedrijf is de eerste met naam vermelde boerderij in Putten.
Vroegere Puttense namen
In de akte van 855 zijn bewoners van hoeven voor het eerst met name genoemd. Namen als Widuco (woudbewoner), Wulfgrim (woedende wolf), Gerlef (zoon van de speer) en nog veel meer geven een betekenisvol beeld van de door vroegere Puttenaren gedragen namen.