Verzetsgroep Pieter Vijge
De groep van Pieter Vijge was een van de eerste verzetsgroepen in Nederland. Al vroeg in 1941 zamelde de groep geld in voor onderduikers en pleegde overvallen op treinen die met Nederlandse goederen naar Duitsland reden. Zij deden dit met gebrekkige middelen zoals het in brand schieten van wagons met pijl-en-boog. Aan wapens komen was in de eerste tijd moeilijk maar ze probeerden het wel.
Keerpunt van de oorlog
Na het keerpunt in de oorlog, de nederlagen bij El Alamein in Noord-Afrika eind 1942 en Stalingrad, begin 1943, toonden de Duitsers hun ware gezicht. Hun maatregelen kregen een steeds grimmiger karakter. Met name na de Slag om Arnhem, die begon op 17 september 1944, kwam de oorlog voor de Puttenaren dichterbij.
Mislukte aanslag
De verschillende verzetsgroepen in Nederland fuseerden begin september 1944 tot de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. De B.S. stond onder leiding van prins Bernhard. Een groep verzetslieden opereerde vanuit de afgelegen Enny's Hoeve aan de Hunnenweg, een zijweg van de Arnhemse Karweg.
Deze groep, bestaande uit acht personen, beraamde een aanslag op een stafauto van de Wehrmacht tussen Nijkerk en Putten. Deze aanslag werd in de nacht van zaterdag 30 september op zondag 1 oktober 1944 uitgevoerd bij de Oldenallersebrug.
Bij de aanslag ging van alles mis. Tijdens de schotenwisseling raakten een verzetsman en een Duitse officier zwaar gewond. Beide mannen bezweken korte tijd later aan hun wonden.
Putten als 'Partizanennest'
Al in 1941 had Wehrmachtsbefehlhaber Christiansen naar aanleiding van de activiteiten van de groep Vijge reeds gezegd: 'Putten ist ein Partizanennest dasz musz ausgerottet werden'. De aanslag gaf de Duitsers dan eindelijk een aanleiding om Putten zwaar te straffen en het dorp als afschrikwekkend voorbeeld te gebruiken voor het Nederlandse verzet (zie 'Razzia 1944').
In maart 1942 is de groep opgerold door verraad. De leiders zijn in september 1942 gefusilleerd. In 2010 is er in Putten een straat naar Pieter Vijge genoemd.