In de jaren vijftig was de instroom beperkt. In die periode was sprake van een groot aantal Nederlanders dat emigreerde. Door de toenemende industrialisatie ontstond in de jaren zestig in Nederland echter opnieuw een tekort aan werknemers voor laag geschoold werk. Dit tekort werd via het aantrekken van buitenlandse werknemers opgevuld. Aanvankelijk werden toen Italianen en Spanjaarden en later grote groepen Turkse en later ook Marokkaanse werknemers naar ons land gehaald.
Ook in de gemeente Rheden was een gebrek aan productiemedewerkers. Bijvoorbeeld bij de Gazelle Fabriek en de Verzinkerij te Dieren en in Rheden bij de Meteoor. Nadat aanvankelijk hiervoor Italianen waren geworven werden later ook Turken aangetrokken. De opvang van gastarbeiders was primair een verantwoordelijkheid van de bedrijven bij wie ze in dienst kwamen. Het voormalige hotel De Kroon in Dieren heeft bijvoorbeeld jarenlang als opvang gediend voor Turkse gastarbeiders die bij de Meteoor werkten. Toen gezinshereniging tot de mogelijkheden ging behoren werden voor gezinnen ook woningen beschikbaar gesteld.
In de jaren zeventig daalde de werkgelegenheid door o.a. de wereldwijde oliecrisis, mechanisering en automatisering van productieprocessen. In de jaren tachtig daalde de werkgelegenheid nog verder door het verplaatsen van productiewerk naar lagelonenlanden. Gastarbeiders werden minder geworven en van overheidswege ontstond een streven om de instroom te verminderen. Er werden ook vertrekpremies in het vooruitzicht gesteld. De gastarbeiders bleven echter, omwille van hun kinderen en de opgebouwde relaties, in Nederland.
In de jaren zeventig kwamen Vietnamese oorlogsvluchtelingen naar Nederland. Door de vele oorlogen in Azië (Irak, Sri-Lanka en Afghanistan), Afrika (Somalië, Soedan en Angola) en op de Balkan (voormalig Joegoslavië) kwam de afgelopen twintig jaar een grote stroom vluchtelingen naar West-Europa en ook naar Nederland. De Rijksoverheid deed een beroep op gemeenten om opvang te bieden voor deze vluchtelingen.
Hoe werd aan deze oproep in Rheden vormgegeven? Vluchtelingen uit Sri Lanka (Tamils) werden in het Jeugdland te Ellecom gehuisvest. Door het beleid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) ontstond aanvullende vluchtelingenopvang in de sporthal te Ellecom, in Rhederpark te De Steeg en in De Drempel aan de Daalhuizerweg in Velp.
Na een verzoek van het COA in 1999 aan de gemeente om medewerking te verlenen voor het tijdelijk vestigen van een Asielzoekerscentrum, werd eerst ruimte gezocht aan de rand van het dorp Rheden. In 2001 werd echter het oude verzorgingshuis Rhederhof ingericht voor circa 350 asielzoekers. De bevolking van het dorp Rheden was er aanvankelijk niet blij mee. Rhedens Dorpsbelang, de kerken, Humanitas, sportverenigingen, Stichting Welzijn Rheden en de wijkagent gingen aan de slag. Er meldden zich ruim vijftig vrijwilligers voor het geven van bijles en het helpen bij het boodschappen doen, huiswerk en koken. Ook werden bezoeken georganiseerd aan grote Rhedense bedrijven.
Voor de opvang van asielzoekers die het AZC moesten verlaten werd in 2002 vanuit kerken en maatschappelijke organisaties de Stichting Noodopvang Rheden opgericht. Deze stichting heeft met steun van vele vrijwilligers, met medewerking van de gemeente en de Stichting Vluchtelingenwerk, tot 2010 noodopvang geboden aan mensen die nog wel recht hadden om in Nederland te blijven maar geen aanspraak meer konden maken op door het Rijk geboden voorzieningen.
Veel nieuwe Nederlanders zijn hier nu ingeburgerd. Dit dankzij hun eigen inzet en de inzet van vele anderen.
Auteur: Kees Staats