Invoeren van vrouwen kiesrecht

Het vrouwenkiesrecht is het recht van vrouwen om bij verkiezingen te stemmen en verkozen te worden. Dit was tot het einde van de 19de eeuw zeer uitzonderlijk. In het ancien regime (= met het ancien régime wordt de periode bedoeld waarin het Franse koninkrijk op absolutistische wijze werd geregeerd) kwam het soms voor dat een vrouw uit de adel, als ze een titel of goed erfden, ook kon meestemmen voor de vertegenwoordigers in een standenvergadering. Ook niet na de Franse revolutie of de later volgende bewegingen van het begin van de moderne democratie was er enig teken van de komst van vrouwenkiesrecht. Integendeel, omdat vrouwen niet als volwaardige staatsburgers werden beschouwd, werd uitdrukkelijk bepaald dat stemrecht en andere politieke rechten niet voor hen waren bedoeld. Met algemeen stemrecht werd echt alleen mannenkiesrecht bedoeld.

Na jaren van demonstreren, spreekbeurten, protestbijeenkomsten en tentoonstellingen, kwam in 1917 in Nederland eindelijk het passief kiesrecht voor vrouwen ingevoerd. Dit hield in dat vrouwen toen voor politieke functies gekozen konden worden, maar niet zelf mochten stemmen. Pas in 1919 kregen vrouwen het actief kiesrecht waardoor ze zelf mochten stemmen.

Het krijgen van vrouwelijk kiesrecht hoort bij de ontwikkeling van de Nederlandse parlementaire democratie omdat er meer macht voor het volk kwam op die manier. Vrouwen kregen inspraak en vrouwen zijn ten slotte ook deel van het volk. Vrouwen mochten meebeslissen en dat maakte Nederland toen der tijd democratischer en daarom hoort vrouwenkiesrecht bij de ontwikkeling van de democratie in Nederland.

- 243 woorden